1941/42 was het 35ste Duitse voetbalkampioenschap ingericht door de NSRL (Nationalsozialistischer Reichsbund für Leibesübungen).
In dit seizoen werd de Tweede Wereldoorlog voor het eerst merkbaar. Transport werd schaarser en uitwedstrijden werden steeds moeilijker voor de clubs. Hierdoor werden in februari uitwedstrijden van meer dan 50 km verboden, behalve dan eindrondewedstrijden. Om ook hier de clubs te sparen, werden de groepsfases afgeschaft en kwam er weer een knock-outsysteem.
Er waren dit jaar 25 kampioenen, dit kwam door de annexatie van Westmark en Moselland. Het eerste omvatte het aangehechtte Lotharingen en ook delen van Saarland en Palts. Het tweede omvatte het aangehechtte Groothertogdom Luxemburg en een deel wat vroeger tot Mittelrhein behoorde. De regio Südwest en Mittelrhein werden herdoopt in Hessen-Nassau en Köln-Aachen. Silezië werd dan weer onderverdeeld in Neder-Silezië en Opper-Silezië.
In de finale stond Schalke 04 voor de derde opeenvolgende keer tegenover een team uit Wenen. Met First Vienna FC trof het de oudste club van Oostenrijk. In tegenstelling tot SK Admira Wien dat met 9-0 verloor was Vienna een betere tegenstander al moest de club toch het onderspit delven tegen de club uit Gelsenkirchen die zijn zesde titel won en nu op gelijke hoogte kwam met 1. FC Nürnberg.
Schalke speelde voor 90.000 toeschouwers met zijn beste bezetting terwijl Vienna drie basisspelers miste. In de veertiende minuut maakte Ernst Kalwitzki het eerste doelpunt voor Schalke. Doelman Heinz Flotho redde meerdere doelkansen van de Oostenrijkers en kwam dicht bij een gelijkspel, maar het was Fritz Szepan die kort voor de rust de voorsprong van Schalke vergrootte. In de tweede helft hield de verdediging van Schalke stand tegen de aanvallen van Vienna. Het Berlijnse publiek, dat zich de hele wedstrijd achter Vienna geschaard had floot na afloop de kersverse landskampioenen genadeloos uit.