veld

• Geluid:  veld    (hulp, bestand)
• IPA: /vɛlt/

• veld

• In de betekenis van ‘akker, vlakte’ voor het eerst aangetroffen in 802 ^{[1] [2]}

het veld o

1. een open, onbebost, grotendeels vlak stuk land

   • Er vloog een kiekendief over het veld. 

   ▸ Ik zette mijn tent op een afgelegen veldje op.^[3]

2. (sport) een stuk land dat speciaal voor het bedrijven van een veldsport gereedgemaakt is

   • De speler werd na die overtreding het veld uitgestuurd. 

3. akker
4. (natuurkunde) (elektrotechniek) ruimte waarbinnen een kracht of een stelsel van krachten werkt of kan werken
5. vakgebied, werkgebied
6. plaats van onderzoek
7. (spel) vak op een (speel)bord

   • Een schaakbord heeft 64 velden. 

• Veld winnen

• Het veld behouden

• Het veld ruimen

• In geen velden of wegen te bekennen/zien zijn

• Uit het veld geslagen zijn

• Het woord veld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veld" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.