separate

• Geluid:  separate    (hulp, bestand)

• se·pa·ra·te

separate

1. verbogen vorm van de stellende trap van separaat

• Het woord separate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• naamwoord
  • Geluid:  separate (US)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɛpərət/
• werkwoord
  • Geluid:  separate (US)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɛpəreɪt/

separate

1. afzonderlijk, eigen

   «Each language can have its separate Wiktionary.»

   Iedere taal kan zijn eigen WikiWoordenboek krijgen.

separate

1. (gewoonlijk meervoud) kledingstukken die afzonderlijk verkocht worden.

separate

1. overgankelijk scheiden, afzonderen

   «That will separate the boys from the men.»

   Dat zal de jongens van de mannen scheiden.

2. onovergankelijk schiften

   «The sauce will separate if you don't keep stirring.»

   De saus gaat schiften als je niet doorroert.

3. overgankelijk uiteengaan; uit elkaar gaan

   «After an unhappy marriage, the husband and wife have decided to separate.»

   Na een ongelukkig huwelijk, de man en vrouw hebben decideert naar uiteengaan.