[go: up one dir, main page]

1. De wereldbrand is onderdeel van de Noordse mythologie.
  • we·reld·brand
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldbrand wereldbranden
verkleinwoord - -

de wereldbrandm

  1. (mythologie), (religie) vuur dat de hele aarde vernietigt
    • Zo gaan bijna alle inheemse volken in het Caraïbisch gebied uit van de mythe van een paradijselijke voorwereld. Deze is weggevaagd door een zondvloed en een wereldbrand die maakten dat de wereld is zoals ze nu is. [3]
    • (…) Stond ons dit te wachten van de zon?
      Sticht god die wereldbrand? Of god, of Faëton,
      een roekeloos, een dwaas, een wulp, een dolle basterd,
      van god en mensen waard verdoemd, en waard gelasterd?
       [4]
  2. (figuurlijk) alomvattende strijd en verwoesting
    • Het maakt op sommigen een zwakke en zelfs wereldvreemde indruk wanneer je, geconfronteerd met oorlogsretoriek en wapengekletter, blijft verzoeken om beleefde conversatie. Alsof je een theelichtje aansteekt in een wereldbrand. [5]
    • En inderdaad, rijken zijn te gronde gegaan, en andere zullen voor onze oogen te gronde gaan. Maar de groote feniks der wereldgeschiedenis, de menschheid, zal zich slechts te heerlijker verheffen uit den naderenden wereldbrand, in welks vlammen alle wedergeboren volken zullen glanzen als sterren aan den nieuwen hemel en eene nieuwe aarde zullen verlichten, terwijl de andere volken op dezen grooten dooden-akker tot niets anders dienstig zijn, dan om den bodem der geschiedenis door hunne overblijfselen vruchtbaar te maken. [6]
    1. wereldoorlog
      • Dit postapocalyptische landschap is zo duidelijk de Eerste Wereldoorlog – niet de Tweede, niet de Frans-Duitse, nee, dit kan enkel die wereldbrand zijn waarmee Europa zijn onschuld verloor en de oogsten zouden opbloeien op de door soldatenbloed doordrenkte aarde. [7]
      • Er is alleen nog mogelijk òf een zeer beperkte geweldpleging tot een zeer precies omschreven doel, òf een wereldbrand. Oorlogen in den ouden stijl, waarin ééne bepaalde natie aan ééne bepaalde andere al het kwaad tracht toe te brengen dat zij bedenken kan, zijn reeds nu onmogelijk. [8]