oelewapper
- Geluid: oelewapper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈuləˌwɑpər / (4 lettergrepen)
- oe·le·wap·per
- Herkomst enigszins onzeker, maar een ontlening aan Fries ûlewapper “grote nachtvlinder”, “sul, sukkel” [1] [2], is de meest aannemelijke, aangezien ûlewapper een transparante samenstelling én een treffende beeldspraak in het Fries is, uit ûle “uil” en wabberje, wapperje “wapperen”.
- samenstelling van oele tw en wapper zn [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oelewapper | oelewappers |
verkleinwoord | oelewappertje | oelewappertjes |
- (scheldwoord) lompe, onhandige of waardeloze man
- "Ik noemde Erland Galjaard een oelewapper toen ik het nieuws te horen kreeg", vertelt Stacey in RTL Boulevard. "Natuurlijk vind het erg jammer dat ik weg moet bij X Factor, maar sommige dingen gaan nou eenmaal voorbij. En er zijn meer jurydesks in Nederland", grapt Stacey.[5]
- De Radio 538-dj's die zangeres Maan (20) recent aan het huilen maakten door haar in de studio te confronteren met een naakte man, hadden dit volgens experts nooit mogen doen. Psycholoog Bram Bakker: "In deze #Metoo-tijd slaan de 538- oelewappers met dit 'geintje'de plank volledig mis."[6]
- Het woord oelewapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oelewapper" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Marc de Coster“Groot scheldwoordenboek: van apenkont tot zweefteef” (2007), Standaard, Antwerpen
- ↑ oelewapper op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf T. Evers 7 februari 2013
- ↑ Tubantia Tom Tates 4 december 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be