[go: up one dir, main page]

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: E

e

  1. de vijfde letter van het Latijnse alfabet.



e

  1. (natuurkunde) symbool voor het elektron.


  • e
enkelvoud meervoud
naamwoord  e  e's
verkleinwoord e'tje e'tjes

de ev / m

  1. (taalkunde) de vijfde letter van het alfabet
  2. (wiskunde) het grondtal van de natuurlijke logaritmen (e = 2,718281828459...)
  3. (muziek) de vijfde toon van de chromatische, en de derde toon van de diatonische toonladder
  4. (muziek), (afkorting) afkorting van “e-mineur
  • [1] Volgens spellingregel 2.A wordt een lange e in een gesloten lettergreep gespeld als ee om het onderscheid met de korte e aan te geven (been en ben, veel en vel.
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (wiskunde)


e

  • (taalkunde) e (de vijfde letter van het Anglo-Normandische alfabet)


  • e

e o

  1. (muziek) de toon ”e”
  2. (muziek), (afkorting) afkorting van “e-mineur
    «Eine Sonate in e
    Een sonate in e.
  • e, kleine letter bij: de “toonnaam” en “e-Moll”, een hoofdletter bij “E-Dur”


e

  1. en; plus, samen met, ook.

e

  1. e, de vijfde letter van het alfabet.


ē + ablatief

  1. nevenvorm van ex vóór een medeklinker
    «E vita.»
    Uit het leven.


e

  1. he, ha (bij een prettige verassing)
  2. nou (om onwilligheid uit te drukken)


  • IPA: /ɐ/ (Etsbergs)
enkelvoud meervoud
bepaald geheel e er
gemut. de der
onbepaald geheel e e
gemut. de de

e (+datief)

  1. Per.
    «Det kömp vief e daag.»
    Dat kost vijf euro per dag.


e

  1. een
    «E Floss ass e greisseren natierleche Waaserlaf.»
    Een rivier is een grote natuurlijke waterstroom.


e

  1. hij, zij, het


e

  1. en; plus, samen met.


 
e in Sitelen Pona
  • e

e

  1. voor een lijdend voorwerp


e

  1. vrezen: bang zijn dat iets zal gebeuren.