groene

• Geluid:  groene    (hulp, bestand)

• groe·ne

groene

1. een persoon in het groen of geassocieerd met de kleur groen

   • Ons elftal speelt in het oranje; die groenen zijn onze tegenstanders. 

   ▸ Hij droeg een groene bandana in zijn lange haar en had als een van de weinigen hoge leren bergschoenen om zijn zwakke enkels te beschermen.^[1]

groene

1. verbogen vorm van de stellende trap van groen

   ▸ Hij hield van de geur van groene zeep.^[2]

• groene boomboa, groene hondskopboa, groene kikker, groene nachtorchis, groene politiek, groenekool

groene

1. aanvoegende wijs van groenen

• Het woord groene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groene" herkend door: