cacaovrucht
- Geluid: cacaovrucht (hulp, bestand)
- ca·cao·vrucht
- In de betekenis van ‘naam voor de vrucht van de cacaoboom’ voor het eerst aangetroffen in 1876, zie vindplaats hieronder.
- samenstelling van cacao en vrucht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cacaovrucht | cacaovruchten |
verkleinwoord | cacaovruchtje | cacaovruchtjes |
- (fruit) (voeding) vrucht van de tropische Theobroma cacao , die oorspronkelijk uit Midden-Amerika afkomstig is en thans wereldwijd in tropische gebieden voor haar bonen geteeld wordt
- ▸ Zeer veel voedender dan koffie of thee is de chocolaad, een drank die op bekende wijze met behulp van het geroosterde poeder der cacaoboonen gemaakt wordt. Deze boonen zitten ten getale van ongeveer 25 in het vleesch van de cacaovrucht, eene vrucht welke veel op een augurk gelijkt. De boonen bevatten een zacht vet (cacaoboter), veel eiwit, zetmeel, dextrine, suiker enz., maar ook eene eigenaardige stof (theobromin) die aan de caffeïne nauw verwant is, hoewel de koffieboom tot de planten fam. der Rubiaccëen, en de cacaoboom tot de Buttneriaceëen, behoort en dus de familiën ver uit elkaar loopen. De theobromine heeft ongeveer dezelfde physiologische werking als de caffeïne.[1]
- cacaoboom, cacaoboon, cacaoboter, cacaobrij, cacao-extract, cacaomassa, cacaomelk, cacao-overeenkomst, cacaoplantage, cacaopoeder, cacaoteelt
1.
- ↑ Weblink bron Joseph Théodore CattieNatuurkunde. Gemeenzame brieven van een vriend der natuur. in: De Tijdspiegel, Jaargang 33 (juli 1876), D.A. Thieme, Den Haag, p. 348 op dbnl.org