vriend
- Eigenlijk tegenwoordig deelwoord van vrijen (liefhebben).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vriend | vrienden |
verkleinwoord | vriendje | vriendjes |
vriend m
- een persoon waarmee je een speciale persoonlijke band hebt.
- Mijn vrienden komen op mijn verjaardag.
- de mannelijke persoon waarmee je verkering hebt.
- Ik wilde mijn vriend vragen om dit te repareren, maar hij was er niet.
- [2] vriendin
1. een persoon waarmee je een speciale persoonlijke band hebt