[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Tramtrein

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een Flexity Swift heeft tussen 2003–2009 proefgereden voor de niet gerealiseerde RijnGouwelijn

Een tramtrein is een benaming voor een tramvoertuig dat naast tramsporen ook gebruikmaakt van treinsporen. Er is een tramvoertuig nodig dat kan rijden op de lage bovenleidingspanning voor trams en de hogere spanning voor treinen en overweg kan met treinbeheersing. Ook de sporen dienen aangepast te zijn; er is verschil tussen trein- en tramspoor. Het systeem wordt beschouwd als een vorm van lightrail. Het begrip is oorspronkelijk afkomstig uit Frankrijk, daar spreekt men van een tram-train. Het moet niet verward worden met het omgekeerde begrip treintram (Zwickau-model): een trein die ook als tram in de stad kan kan rijden en daarvoor onder meer uitgerust is met richtingaanwijzers.

Karlsruhe tram-trein (links) en stadstram (rechts) op het stationsplein.
Een Citylink in de regio Chemnitz.

In Duitsland wordt dit principe het Karlsruher Modell genoemd. Karlsruhe was op 25 september 1992 de eerste stad waar het tram- en spoorwegnet aan elkaar gekoppeld werden en Stadtbahn-lijn S4 (toen nog B) werd geopend tussen het centrum van Karlsruhe naar het 30 kilometer verder gelegen Bretten. Het aantal reizigers nam sterk toe. Inmiddels is het tramtreinnet uitgegroeid tot bijna 500 kilometer en komen de geel-rode trams ook in de centra van Heilbronn, Wörth, Bad Wildbad en Freudenstadt. De langste tramlijn is de S4 AchernKarlsruhe – Heilbronn met een lengte van 130 km. Het Karlsruher Modell is vanaf het begin een voorbeeld voor veel andere stedelijke gebieden. De belangrijkste reden voor het succes is dat reizigers niet meer hoeven over te stappen om vanuit omliggende plaatsen in het stadscentrum te komen. Bovendien kunnen er extra haltes worden aangelegd, omdat trams sneller optrekken en remmen dan treinen. Daar komt bij dat het Karlsruher model zeer betrouwbaar en veilig is gebleken.

Saarbrücken heeft sinds 1997 het voorbeeld opgevolgd met de Saarbahn. Chemnitz heeft met de stadtbahn Chemnitz-Stollberg een eigen tram-trein systeem ontwikkeld. Er komen nog meer tramtreinlijnen rond Chemnitz waarbij de voertuigen op de spoorlijnen met een dieselaggregaat rijden. In Kassel is in 2005 de 'RegioTram' gaan rijden. Nordhausen in de Harz heeft een bijzonder tram-treinsysteem: de elektrische trams uit de stad rijden vanaf het Hauptbahnhof met een dieselaggregaat verder over de niet-geëlektrificeerde sporen van de Harzer Smalspurbahn (HSB).

De geplande RijnGouwelijn tussen Leiden, Alphen aan den Rijn en Gouda was een voorbeeld van tramtrein. Tussen Gouda en Alphen werd op proef met A32-tramstellen van Bombardier gereden.

In Groningen hebben enige tijd plannen bestaan voor een tramtrein (RegioTram Groningen), evenals voor het Kamperlijntje.

In de Stadsregio Arnhem Nijmegen bestaan ideeën voor een experimentele tramtreinlijn vanaf Nijmegen Heyendaal over bestaand treinspoor naar het Nijmeegse hoofdstation en vervolgens via een stadstracé via het Centrum (mogelijk de Waalkade), naar Bemmel. Een tracé van Bemmel via Huissen naar Arnhem is nog in studie.

België en Maastricht

[bewerken | brontekst bewerken]

In België werd de invoering van het systeem overwogen in Limburg, in het kader van het Spartacusplan. In België bleek het niet wenselijk om de sneltram Hasselt-Maastricht gebruik te laten maken van de huidige spoorlijn 34. Er was wel sprake van het onderzoek naar een tramtrein op spoorlijn 20 tussen de Limburgse hoofdsteden Hasselt en Maastricht. Voor het veilig combineren van goederenvervoer met de trams zou er ERTMS niveau 1 gebruikt worden. De nodige sneltrams dienden dus ERTMS-compatibel te zijn en zouden dus per definitie tramtreinen zijn.

Ook is er in mei 2008 door studiebureau Grontmij een onderzoek gebeurd naar de mogelijke ombouw van huidige of verlaten spoorverbindingen naar lightrail.[1] Dat gebeurde in opdracht van Vlaams minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt. Het zou gaan om voertuigen die korter zijn dan een gewone trein, met een vloer die lager is en de wielen zo gevormd dat ze zowel op tram- als op treinsporen kunnen rijden. Drie mogelijkheden werden in de studie opgenomen. Het traject Gent - Maldegem, het traject Zeebrugge - Brugge - Torhout en het traject Antwerpen-Centraal - Puurs. Het dossier Antwerpen-Puurs was het verst gevorderd. Er werd echter geen budget voorzien en het dossier werd niet hernomen door de regering-Peeters II.

Een tramtrein bij Haluchère Batignolles, de enige gemeenschappelijke halte met het Nantese tramnet. In de achtergrond is er de enige kruising met een tramlijn.
T4 in Parijs: tram-trein arriveert bij de halte.

Er zijn enkele plaatsen in Frankrijk waar deze voertuigen echt gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk zowel op het lokale tramnet als op de spoorlijn rijden. Dat als eerste in Mulhouse. Hier rijdt sinds 2010 een tram-train van station Mulhouse-Ville over het tramnetwerk van de stad naar Lutterbach als tram, waarna deze verder rijdt over het SNCF-spoor naar Thann, als TER-trein.

De tramlijn 4 in Parijs heeft de route van een oude spoorlijn overgenomen maar was eerst een 'gewone' tramlijn (zonder verbindingen met andere tramlijnen). Er zijn niet spoorse wegkruisingen aangelegd beveiligd met verkeerslichten. Sinds december 2019 zijn er straattrajecten toegevoegd.

Andere voorbeelden gebruiken voormalige spoorlijnen om als goedkoper trambedrijf te exploiteren. Wel hebben deze voertuigen treinconducteurs en worden voor de tarieven als een trein beschouwd. De spoorlijn Nantes - Châteaubriant is alleen om administratieve redenen heropend als een tramlijn: Bij de (her)aanleg van nieuwe spoorwegen mogen geen overwegen meer worden aangelegd. Dit maakt de heropening van spoorlijnen met veel overwegen onbetaalbaar. Als tramlijn zijn overwegen wel toegelaten en zijn er meer mogelijkheden bij beperkte stedenbouwkundige ruimtes (krappere bogen, lagere snelheid, straatovergangen, etc).

Als spoorlijn geëxploiteerd:

Voormalige spoorlijn, nu met de status als tram zonder straattraject:

  • Spoorlijn Nantes - Châteaubriant. Van het spoorstation van Nantes tot de gemeenschappelijke halte Haluchère Batignolles rijdt de tramtrein op eigen baan naast de tramlijn 1 van Nantes zonder haltes maar met enkele kruisingen. De lijn is grotendeels enkelspoor. Bij Châteaubriant is er een aansluiting op trein naar Rennes, maar doorgaande treinen zijn op het "tramtraject" niet toegelaten.

Andere landen

[bewerken | brontekst bewerken]

Tramtreinvoertuigen

[bewerken | brontekst bewerken]
Producent Product Steden/Bedrijf
Alstom Citadis Dualis Nantes, Lyon, Straatsburg
RegioCitadis Kassel
Bombardier Flexity Link Saarbrücken
Flexity Swift RijnGouwelijn (2003–2009)
Siemens Avanto Parijs, Mulhouse
Stadler Citylink Chemnitz, Sheffield

Trams op voormalige spoorlijnen

[bewerken | brontekst bewerken]

Naast de pure vorm waarbij trams daadwerkelijk op spoorlijnen rijden –al die niet in gemengd verkeer met treinvoertuigen– zijn er ook trams die op voormalige spoorlijnen rijden. Deze lijnen zijn hiervoor speciaal voor trams aangepast, met onder meer tramrailprofiel en een lagere bovenleidingspanning. Hierdoor kunnen er geen treinvoertuigen meer over rijden. Op veel van deze voormalige spoorlijnen rijden eenzelfde soort trams als bij de pure vorm omdat deze harder kunnen rijden dan stadstrams. Door de ruime bochten van de voormalige spoorlijn kan de snelheid hoog zijn.