Portaal:Esoterie/Uitgelicht
De christelijke kabbala (vaak als cabala geschreven) is een kabbalistische traditie die stamt uit de periode van de renaissance, toen christelijke geleerden in aanraking kwamen met de mystieke teksten van de joodse kabbala, waarna ze deze concepten trachtten te verenigen met christelijke mystieke denkbeelden. Pico della MirandolaGiovanni Pico della Mirandola (1463-1494), een student van Marsilio Ficino aan diens Florentijnse Academie, gaf de opdracht tot het vertalen van Hebreeuwse teksten en introduceerde zo de joodse mystiek in Italië. Na zijn studies canonniek recht aan de universiteit van Bologna, studeerde Pico, die al Grieks en Latijn beheerste, in de periode 1480-1482 Hebreeuws, Aramees en Arabisch bij Elia del Medigo in Padua. Deze del Medigo vertaalde voor Pico ook Hebreeuwse manuscripten naar het Latijn. In Florence kwam hij in aanraking met Lorenzo de Medici, maar het liep bijna slecht voor hem af nadat hij verliefd werd op diens nichtje. Pico wilde er met het meisje vandoor gaan, maar werd op bevel van de echtgenoot van het meisje opgepakt en in de gevangenis gesmeten. |
De Hermetische Kabbala (vaak Qabalahis een westerse, niet-Joodse esoterische en mystieke traditie. Voor magische genootschappen zoals de Golden Dawn en de Rozenkruisers vormt zij de filosofische basis. De Hermetische Kabbala kan beschouwd worden als een voorloper van de New Age en Wicca-bewegingen. Hermetische kabbala valt te onderscheiden van joodse kabbala en christelijke kabbala. Zij verschilt vooral daarin van de joodse, dat het een amalgaam is van veel verschillende, soms tegenstrijdige invloeden, maar toch deelt het heel wat concepten met de joodse kabbala. De Hermetische Kabbala put uit een groot aantal bronnen, waaronder de joodse kabbala, westerse astrologie, alchemie, heidense religies (in het bijzonder Egyptische, Griekse en Romeinse riten), neoplatonisme, Rozenkruisers, gnosticisme, vrijmetselarij en tantra. Bij tarot was deze school bepalend voor de occulte interpretatie van de kaarten, die door "The Hermetic Order of the Golden Dawn" werd uitgewerkt. De doctrines van zowel het Christendom als het Jodendom verbieden daarentegen het aanwenden van magie om de toekomst te voorspellen. |
Wicca is een neoheidense natuurreligie die in 1954 werd gepopulariseerd door Gerald Gardner. Hij noemde het 'hekserij' of 'heksencultus' en de aanhangers wiccans. Wicca is een min of meer georganiseerde vorm van hekserij. Dit betekent echter niet dat de begrippen wicca en hekserij synoniem zijn. Moderne wicca is behalve een natuurreligie vooral ook een ecologisch en feministisch geïnspireerde filosofie. Volgelingen van wicca baseren hun ideeën op voorchristelijke bronnen, Europese folklore en mythologie. Zij beschouwen zichzelf als priesters en priesteressen van een voorchristelijke sjamanistische natuurreligie die een godin vereert die gerelateerd is aan de Moedergodin in haar drie aspecten van Maagd, Moeder en Oude wijze vrouw. In heel wat tradities van wicca wordt ook een Gehoornde god vereerd die afgeleid is van de god van de dieren, de jacht, de dood en de wouden uit de oudheid. Veel wicca's zien zichzelf als de moderne erfgenamen van oude tradities uit onder meer Egypte, Kreta en Eleusis. Wicca wordt ook de Oude Religie genoemd, zoals Margaret Murray beschreef in haar God of the Witches uit 1933. Daarin veronderstelde ze dat een oudere religie dan het christendom onder de bevolking was blijven voortbestaan ondanks het missiewerk van de missionarissen. Het is echter uiterst twijfelachtig of er wel een specifieke 'Oude Religie' is geweest. De moderne wicca neemt deze onwetenschappelijke theorie wel over en presenteert zichzelf dus als een voortzetting van de Oude Tradities, al is ze zelf bijna volledig 20e-eeuws. Wat wicca gemeen heeft met andere neopaganistische bewegingen is het zich afzetten tegen het rationalisme en de dominantie van de wetenschap, en een keuze voor een meer spirituele, natuurlijke levensstijl. Hiermee neemt wicca stelling tegen het materialisme, de technologische excessen en de vervreemding die wetenschap lijkt in de hand te werken. Kenmerkend is dan ook dat het als tegencultuur vooral in hooggeïndustrialiseerde landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten veel succes kent. De nadruk op nauwe banden met de natuur blijkt ook uit het belang van de seizoenen (de 8 jaarfeesten) en de maangetijden. Wicca kent verschillende stromingen, waaronder de gardneriaanse en alexandrijnse wicca. |
Astrologie of sterrenwichelarij is een verzamelnaam voor ideeën over het verband tussen het lot van mensen en gebeurtenissen op aarde en de stand van de hemellichamen. De naam "astrologie" is afgeleid van het Griekse αστρολογια, "sterrenkunde", een samenstelling van άστρον (astron, ster of sterrenbeeld) en λογος (logos, dit betekent onder meer theorie). Het gaat vooral om de samenhang tussen de bewegingen van de zon, maan en planeten, die in de Oudheid ook als "sterren" werden aangeduid. De beweging van lichtpunten zoals die van de zon, maan, planeten en sterren langs de hemel heeft mensen van alle tijden gefascineerd. Men ontdekte regelmaat in deze bewegingen en probeerde die te beschrijven, waarbij niet alleen individuele lichtpunten een naam kregen maar ook schijnbare samenstellingen van die punten, de zogenaamde sterrenbeelden of tekens. Naast het beschrijven van de hemellichamen en hun bewegingen, de astronomie, kende men bij de Babyloniërs en later bij onder meer de Egyptenaren en Romeinen betekenis toe aan hun posities aan de hemel om bijvoorbeeld de toekomst van de staat, het slagen van de oogst, het stijgen van de Nijl of het lot van een heerser te voorspellen. In de Bijbel treden astrologen op als de Wijzen uit het Oosten. |
Geomantiek (van het Grieks geo = aarde, manteia = waarzeggerij), of geomantie, is traditioneel verbonden met een voorspelmethode waarbij markeringen die iemand in het zand maakt, geïnterpreteerd worden. Een meer recente, esoterische opvatting beschrijft geomantiek als een streven naar kennis over de verbinding van de mens met deze aarde, de omgeving, de kosmos en zichzelf. Een algemeen geldige definitie van het begrip geven is dus problematisch, omdat sommige westelijke esoterici sinds eind 19e eeuw geomantiek niet meer als orakelmethode opvatten zoals oorspronkelijk in Afrika, Azië en middeleeuws Europa het geval was. Dit artikel probeert de diversiteit aan opvattingen recht te doen. OverzichtIn Afrika bestaat de traditionele vorm van geomantiek erin om via het werpen van een handvol aarde patronen te interpreteren van het neergevallen zand. Varianten hierop zijn het gedrag van een insect of muis gadeslaan als vertegenwoordiger van de wereld van de aardgeest. Ifà, een van de oudste vormen van geomantiek, ontstond in West-Afrika. In China brengt de waarzegger zich in een trance en begint dan willekeurige strepen te trekken op de grond, die dan geïnterpreteerd worden door een helper - vaak een jongeman. In Korea werd deze praktijk gepopulariseerd door de boeddhistische monnik Toson. In Korea bestaat bestaat de kunst van de geomantiek erin om de topografie van een landschap te interpreteren om daaruit toekomstige gebeurtenissen te kunnen voorspellen. Deze beoefenaar van geomantiek werd ook geraadpleegd in geval van een verhuis of andere relocatie. Geomantiek was in de 19e eeuw ook een verplicht studieonderdeel bij de Hermetic Order of the Golden Dawn en maakt ook deel uit van hedendaagse occulte praktijken. |
Aardstralen verwijst naar een hypothetische straling, afkomstig uit de aarde, die als een soort mystiek krachtveld de aarde bedekt en invloed uitoefent op alles wat er leeft. Er zou, aldus ingewijden, sprake zijn van verschillende soorten aardstralen met elk een verschillende verklaring. Het bestaan van aardstralen wordt in de wetenschap niet aanvaard. Het moet niet verward worden met aardse straling, de warmtestraling die wordt uitgezonden door de aarde. HistorieIn de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw werden in Nederland wel eens wichelroedelopers ingeschakeld bij de bouw van huizen om de positie van aardstralen te bepalen. Het plaatsen van 'ontstoorders' was vroeger populair. Deze ontstoorders bleken nooit te werken, en vaak slechts wat metalen plaatjes, zand of kiezelstenen te bevatten. Ze hadden gemeen dat ze niet geopend mochten worden. Ideeën ter verklaringEén geopperd idee is dat er 'stralen' diep vanuit de aarde zouden kunnen komen en door ondergrondse water- of gasstromen, die als een soort lens zouden werken, scherp gebundeld zouden kunnen worden. Afgezien van de vraag van welke straling hier sprake zou zijn, is deze werking bij geen enkele straling aangetoond. Het verschijnsel is in de geofysica niet beschreven. Een ander idee voor aardstralen wijst naar de Hartmann-netten en Currynetten die door de naamgevende personen Ernst Hartmann en Manfred Curry zijn beschreven Deze 'netten' zijn in de geologie, met name in de geofysica, nooit beschreven. |
Een wichelroede is een instrument dat bij wichelroedelopen wordt gebruikt. Daarbij wordt gewoonlijk een Y- of L-vormige tak gehanteerd, al zijn er ook wichelroedelopers die het zonder doen. Het wichelroedelopen is een praktijk die pretendeert verborgen waterbronnen, metalen, edelstenen of andere objecten in de bodem te kunnen opsporen, alsook wat als aardstralen wordt aangeduid. GeschiedenisIn de 13e eeuw wordt de wichelroede al genoemd. Wichelroedes zijn in de eeuwen daarna vooral gebruikt voor het bepalen van de wil van de goden, het voorspellen van de toekomst (wichelarij), het aanwijzen van schuldigen bij rechtszaken enzovoorts. In de middeleeuwen wordt de wichelroede geassocieerd met de duivel, hoewel veel priesters ze gebruikten. In de vijftiende eeuw duikt het gebruik van de gevorkte stok voor het vinden van erts voor het eerst op onder mijnwerkers uit het Duitse Harzgebied. In de volgende eeuw vinden veel van deze mijnwerkers werk in Engeland en brengen de wichelroede mee. Het zijn de Engelsen geweest die de wichelroede vooral zijn gaan gebruiken voor het vinden van water in plaats van erts. |
Baphomet was een afgod, die door de Tempeliers zou worden aanbeden. Tijdens het proces tegen de Tempeliers werd er meerdere keren over deze zogenaamde afgod gesproken. De Tempeliers zijn onder meer veroordeeld voor het vereren van afgoden, terwijl het nog maar de vraag is of deze Baphomet echt bestaan heeft. Zo zou het kunnen zijn dat verschillende Tempeliers bekenden dat ze een afgod vereerden, onder de zware druk van de martelingen die zo ondergingen. Baphomet zou het hoofd hebben van een bok en het lichaam van een man. Ook zou hij gespleten hoeven hebben. Volgens andere bronnen zou hij echter de vorm van een kat hebben. Op het internet zijn verschillende plaatjes van Baphomet te vinden. De meest bekende is het mannenlichaam met bokkenhoofd en met hoeven. Een plaatje van Baphomet met een kattenlichaam is er niet. Sommigen denken dat de naam Baphomet van het woord Mahomet zou komen, wat de Franse naam voor de moslimprofeet Mohammed is. Maar Baphomet is waarschijnlijk een verbastering van het Arabische woord abufihamet, dat in het Noords-Spaans werd uitgesproken als bufihamat. Abufihamet betekent “Vader van het Begrip” of “Vader van de Wijsheid”. Het woord vader betekent in het Arabisch tevens “bron”. |
De Orde van de Tempeliers of Tempelorde (Orde van de Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo) (Latijn: Pauperes commilitones Christi Templique Solomonici) was een rooms-katholieke monnikenorde die ten tijde van de kruistochten een Heilige Oorlog tegen de moslims voerde in het Heilige Land. Ze waren gestructureerd als een ridderorde en erg militair ingesteld. De orde is waarschijnlijk ontstaan uit een aantal vrijbuitende kruisvaarders en vervolgens officieel erkend door de Rooms-katholieke Kerk omstreeks 1129 en bleef vervolgens bijna 200 jaar bestaan. De tempeliers werden uiteindelijk zo machtig en rijk dat de Franse koning Filips de Schone er alles aan deed om van hen af te komen. Deze 'Arme soldaten van Christus' bestonden aanvankelijk slechts uit een kleine groep ridders, die het plan hadden opgevat om de pelgrims naar het Heilige Land te beschermen. Deze werden namelijk onderweg vaak het slachtoffer van georganiseerde bendes. Hugo van Payns was een van hen. Hij was een veteraan uit de Eerste Kruistocht en legde zich samen met een andere ridder in een hinderlaag om de bandieten te verrassen. Na de eerste successen groeide bij hen het idee om zich te organiseren tot een groep die het wereldse ridderschap zou verzaken om zich te wijden aan hun zelfopgelegde taak. |
William Lilly (Diseworth, 1 mei 1602 - Hersham (Surrey), 9 juni 1681) was in zijn tijd een beroemd Engels astroloog en occultist. Hij was vooral bekend om zijn voorspellingen met uurhoekhoroscopen die hij voor zijn cliënten trok. William Lilly veroorzaakte heel wat opschudding toen hij naar verluidt de Grote Brand van Londen van 1666 voorspelde, veertien jaar vóór die plaatsgreep. Kwatongen beweerden dat hij zelf die brand zou hebben aangestoken, maar dat is nooit bewezen. Hij werd wel voor het parlement opgeroepen om zich te verdedigen, maar werd onschuldig bevonden. LevenWilliam Lilly werd geboren in Diseworth, Leicestershire, waar zijn familie al generaties lang als kleine landeigenaars en boeren bekend stond. "In deze stad, in de parochie van Lockington, werd ik geboren op de eerste dag van mei 1602, als zoon van Robert, zoon van Rowland &c. Mijn moeder was Alice, dochter van Edward Barham van Fiskerton Mills in Nottinghamshire." Hij ontving een klassieke basisscholing vanaf 1613 in de school te Ashby-de-la-Zouch, waar hij les kreeg van een zekere Mr. John Brinsley, "one, in those times, of great abilities for instruction of youth in the Latin and Greek tongues..." Hij wijst erop dat zijn leraar hem nooit logica leerde. Lilly vernoemt zelf als auteurs die ze op school bestudeerden onder meer Cato, Aesopus, Ovidius, Virgilius, Horatius en Homerus. |
Alchemie of alchimie (van het Arabisch: الكيمياء, al-kimia) was een oude tak van de natuurfilosofie waarin geleerden op speculatieve wijze materie onderzochten. Het is de voorloper van de moderne scheikunde, waar het geleidelijk door werd vervangen rond het einde van de achttiende eeuw. Een belangrijk doel van alchemie in de Arabische en westerse traditie was het vervaardigen van de Steen der wijzen, om gewone metalen in goud te veranderen, ziektes te genezen en langer te kunnen leven. Om het doel te bereiken, baseerden veel Arabische en Europese alchemisten zich direct of indirect op de natuurfilosofie van Aristoteles (Physica, Meteorologica), waarin verondersteld werd dat elk van de vier elementen in een ander kon worden omgezet door het met een andere kwaliteit - heet, koud, vochtig of droog- te combineren. Alchemie kwam echter in veel culturen voor. Zo waren er alchemisten in het Oude Egypte, in het China van Lao Tzu, in het hellenistische Griekenland van Alexander de Grote en in het vroegmiddeleeuwse Midden-Oosten en het Arabische cultuurgebied. In de twaalfde eeuw begon Europa meer kennis te nemen van alchemie, eerst vooral via Arabische bronnen, maar in het westen werd het pas vooral invloedrijk en populair in de vroegmoderne tijd. Tegen het einde van de zeventiende eeuw was alchemie in zekere zin op zijn retour.
|
Het Boek der Veranderingen (ook Yijing of I Tjing) is een klassieke tekst uit het oude China. Traditioneel wordt het ontstaan van de Yijing toegeschreven aan de mythische oerkeizer Fuxi, een van de Drie Verhevenen. Het werk wordt gerekend tot de Vijf Klassieken en is daardoor ook een van de Dertien Klassieken. Tot op heden wordt het boek gebruikt als orakel- of als wijsheidsboek. NaamDe oorspronkelijke naam van de Yijing was Yi of Zhouyi. Tijdens de Han-dynastie werd Jing aan de naam toegevoegd, omdat het boek vanaf dat moment tot de Confucianistische klassieke werken werd gerekend. Yi wordt vaak vertaald met verandering. De afleiding van het woord is echter onzeker. Mogelijk is er een relatie met het woord voor kameleon (yi 蜴), omdat deze hagedis makkelijk van kleur kan veranderen. Het woord kan ook samenhangen met het yi in jianyi (簡易 eenvoudig). De in het boek beschreven methode van voorspellen met stengels van het duizendblad was eenvoudiger dan die met behulp van schildpadschalen of orakelbotten, de andere gangbare methode. Het woord yi kan ook afgeleid zijn van bianyi (變易), verandering in de zin van veranderende lijnen (gebroken en niet gebroken) binnen een hexagram of van verandering van het ene hexagram naar het andere. |
New age is een verzamelterm voor bewegingen van een nieuw mensbeeld die vanaf de tweede helft van de jaren zestig van de twintigste eeuw in opkomst zijn. De aanhangers van new age trachten vanuit zichzelf de eigen persoon en daarmee de hele wereld op een hoger plan te brengen. Men ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. Men hecht waarde aan intuïtieve en gevoelsmatige benadering van problemen en zaken. New age wordt gezien als een reactie op traditionele monotheïstische religies, maar ook op materialisme, rationalisme en individualisme. Uit deze bewegingen is ook een muziekstijl voortgekomen, zie New age (muziek). OorsprongEinde 19e eeuw kondigde Helena Petrovna Blavatsky, oprichter van de Theosophical Society, een komende 'New age' aan. Volgens haar was hierbij een grote rol weggelegd voor de theosofen, want zij moesten de evolutie van het menselijke ras helpen begeleiden. De term new age was daarvoor al gebruikt door de visionaire dichter William Blake, in een voorwoord op zijn gedicht Milton a Poem. Hij zag new age als een tijdperk van artistieke en spirituele vooruitgang. Alice Bailey publiceerde in 1944 haar boek Discipleship in the New Age, waarin het begrip new age werd gebruikt in verband met de overgang van het astrologische tijdperk van Vissen naar Waterman. Het idee van een nieuw tijdperk dat voor de mensheid was aangebroken sloeg vooral aan in de subcultuur van de jaren zeventig. Hiermee werd gedoeld op het gegeven dat het zogeheten lentepunt in tegengestelde richting langs de sterrenbeelden van de dierenriem verschuift waarbij elk teken een periode in de evolutie van de mensheid symboliseert. Aangezien een volledige omgang van het lentepunt langs de dierenriem circa 26.000 jaar in beslag neemt, duurt elk tijdperk gemiddeld 2150 jaar (±1/12 deel).
|
George Ivanovitsj Gurdjieff, Russisch: Георгий Иванович Гюрджиев; Armeens: Գեորգի Գյուրջիև; Nederlandse transcriptie: Georgi Ivanovitsj Gjoerdzjiev (Alexandropol, 13 januari 1872 - Parijs, 29 oktober 1949) was een Grieks-Armeens filosoof, mysticus, schrijver, componist en choreograaf. LevenHij werd geboren op 13 januari 1872 (over de exacte datum is er discussie) in de Griekse wijk van Alexandropol, het huidige Gyumri in Armenië, toen onder Russisch bewind. Het was een landstreek met een grote variëteit aan religieuze opvattingen en sekten. Tijdens een bezoek aan Turkije, kwam hij in contact met een andere opmerkelijke filosofische stroming. Hij ontmoette in 1911 twee Aramese filosofen - Sjan Kleppa en Sjas Tutun, neven van elkaar, voor wiens ideeën hij grote bewondering had; in de bibliotheek van Diyarbakir getuigen er 6 brieven van zijn correspondentie met deze twee Aramese filosofen. Hij zocht in het laatste kwart van de 19e eeuw spirituele en esoterische kennis, vond die bij verschillende leermeesters, kloosters en stromingen in Azië en het Midden-Oosten. Hij maakte zijn inzichten vervolgens voor zichzelf tot een coherent geheel. |
Een Ouijabord is speelgoed dat op de markt wordt gebracht door de Amerikaanse firma Parker Brothers. Het bestaat uit een plankje op wieltjes en een speelvlak waarop letters en veelgebruikte woorden staan afgedrukt. Wanneer de deelnemers gezamenlijk het plankje over de letters bewegen kunnen antwoorden ontstaan op vooraf gestelde vragen. Doordat iedereen tegelijkertijd aan het spel deelneemt is nooit duidelijk bij wie de antwoorden precies vandaan komen. GeschiedenisIn 1886 werd in de New York Tribune al melding gemaakt van een systeem dat op een ouijabord leek. Het idee was een variant op hulpmiddelen die al decennialang door 'mediums' en andere waarzeggers werden gebruikt. Volgens verkondigers van paranormale theorieën werd via dergelijke hulpmiddelen contact gelegd met onzichtbare entiteiten zoals geesten of demonen. In de tweede helft van de negentiende eeuw was in Europa en de VS sprake van een ware rage op dit gebied. Elijah J. Bond speelde in op deze rage door in 1891 patent te laten registreren op zo een talking board ('sprekend bord'). Het speelgoedbedrijf van Charles Kennard bracht het systeem vervolgens op de markt onder de naam ouija board. Kennard werd wegens wanbeleid aan de kant gezet en opgevolgd door zijn werknemer William Fuld, die het bedrijf omdoopte tot The Ouija Novelty Company. Door de geheimzinnigheid rondom het bord met spiritistische fantasieverhalen te voeden, speelde Fuld in op de goedgelovigheid van de kopers. |
Een klopgeest is een onverklaard verschijnsel waarbij geluiden worden geproduceerd, voorwerpen worden bewogen en elektrische apparatuur ontregeld raakt, zonder dat daarvoor een fysische oorzaak is aan te wijzen. De naam is afkomstig van de gedachte dat een spook of geest verantwoordelijk zou zijn voor de waargenomen manifestaties. In het Nederlands wordt ook wel de aanduiding poltergeist gebruikt, die in Duitssprekende en Engelstalige landen gangbaar is. Poltergeist is Duits voor "luidruchtige- of lawaaimakende geest". Uitingen die - naast klopgeluiden - vaak met klopgeesten in verband worden gebracht, zijn onder andere voetstappen, onverklaarbare geluiden, stemmen, het gooien met voorwerpen vanuit het niets, het verdwijnen van sleutels en andere gebruiksvoorwerpen die vervolgens op de gekste plaatsen kunnen worden teruggevonden, en meubilair dat uit zichzelf beweegt. Klopgeesten worden samen met andere paranormale verschijnselen bestudeerd in de parapsychologie. Volgens de meeste parapsychologen zijn klopgeesten het gevolg van niet onder controle gebrachte telekinese. |
Onder telepathie verstaat men het vermogen tot rechtstreekse overdracht van gedachten en gevoelens en van informatie op afstand zonder gebruik van taal of technische hulpmiddelen. Het wordt wel het "zesde zintuig" genoemd. Het woord "telepathie" is een samenstelling van het Griekse τηλε (tele, ver, op afstand) en πάθεια (patheia, ontvankelijkheid). Het bestaan van telepathie is nog nooit wetenschappelijk aangetoond, en het fenomeen wordt dan ook vooral geassocieerd met het paranormale. AlgemeenDe term telepathie werd voor het eerst gebruikt door F.W.H. Myers in 1882 nadat hij met Edmund Gurney, Henry Sidgwick en prof. Barrett de mogelijkheden van gedachteoverdracht had onderzocht. Hij doelde daarmee op het feit dat er soms een overeenkomst in de gedachten van twee personen was die verdere causale verklaring behoefde. Er zijn mensen die beweren telepathie te ervaren. Sommigen onder hen menen dat het een algemeen menselijke eigenschap is, die bij sommigen meer en bij anderen minder of helemaal niet ontwikkeld is. Er zijn ook mensen die de mogelijkheid tot telepathie ontkennen. Deze laatste groep zegt dat dat telepathie slechts een inbeelding is bij diegene die er in geloven, of dat hun conclusie gebaseerd is op interpretatie. Ze verwijzen naar de telefoonanekdote. Zie hieronder bij wetenschappelijke bevindingen. |
Een spook, fantoom of geestverschijning is een vermeend verschijnsel dat in het volksgeloof doorgaans in verband wordt gebracht met de ziel of geest van een overleden persoon die niet tot rust kan komen. Geloof in spoken is gebaseerd op de oude gedachte dat een menselijke geest kan worden gescheiden van het lichaam en kan voortbestaan na de dood van het lichaam. De plaats waar de geest van de overledene rondspookt, associeert deze met een sterke emotie die hij in het verleden onderging, zoals wroeging, angst, of de verschrikking van een gewelddadige dood. Hoe spoken eruitzien en zich gedragen varieert sterk per verhaal of cultuur. Een spook wordt meestal voorgesteld als een kleurloze schim. In films, al naar gelang het genre, zijn spoken doorzichtige wezens die door gesloten deuren kunnen zweven of lopen, waarbij ze vaak weeklagen, of figuren die met een soort laken zijn overdekt en een holle lach kunnen produceren. OpvattingenEr zijn vele - soms elkaar tegensprekende - theorieën over spoken. Er bestaat geen algemeen aanvaarde definitie voor. |
Het spiritisme is een geloof dat stelt dat de mens na zijn dood als geest voortbestaat, en dan in staat is om met andere, nog levende mensen te communiceren. Deze communicatie gaat meestal via de tussenkomst van een medium. Spiritisme gaat er van uit dat de dood geen wezenlijke verandering in de geest van de mens teweegbrengt. Door de dood scheiden lichaam en geest zich weliswaar, maar terwijl het lichaam achterblijft, leeft de geest verder. Een aanhanger van het spiritisme wordt spiritist genoemd. Het spiritisme werd reeds aangehangen in bijvoorbeeld het Oude Indië, Tibet en Egypte. Spiritisme ontleent ook bepaalde denkbeelden uit het platonisme en het christendom over de eeuwige ziel. In de Middeleeuwen werd van heksen soms beweerd dat zij contacten hadden met geesten. Wetenschappers die spiritisme beschreven of bestudeerd hebben zijn onder andere Emanuel Swedenborg (1688-1772), Jakob Lorber (1800-1864), Isaac Newton, Nobelprijswinnaar professor Charles Richet, Cesare Lombroso, Sir Oliver Lodge, professor Julien Ochorowicz, Camille Flammarion, professor Théodore Flournoy en William Crookes. Een bekende spiritist was bijvoorbeeld Arthur Conan Doyle. Halverwege de 19e eeuw ontstond het "moderne" spiritisme. |
Helena Petrovna Blavatsky (Russisch: Елена Петровна Блаватская), geboren als Helena Petrovna von Hahn, 12 augustus « OS 31 juli » 1831 – Londen, 8 mei 1891) was een Amerikaanse occultiste en publiciste van Duits-Russische aristocratische afkomst. Ze wordt ook wel Madame Blavatsky genoemd. Blavatsky was de naam van haar eerste man. LevensloopBlavatsky is de medestichter van en drijvende kracht achter de in 1875 in New York opgerichte Theosophical Society en schreef een aantal invloedrijke boeken over esoterie. In Nederland wordt na diverse splitsingen in verschillende takken deze stroming vertegenwoordigd door o.a: het Theosofisch Genootschap (Point Loma) - Blavatskyhuis, het Theosofisch Genootschap Pasadena, de Theosofische Vereniging en de Geünieerde Loge van Theosofen. Ze introduceerde de theosofie in de westerse wereld. Door deze stroming zijn begrippen als karma en reïncarnatie bekend geworden. Volgens Blavatsky kwamen theosofische ideeën overal in oude en nieuwe religies voor en ging het dus niet om een nieuwe leer. Op die manier beschouwd zou de theosofie een van de meest universele stromingen zijn die er bestaan. |
Metafysische levitatie, of kortweg levitatie, is het veronderstelde bovennatuurlijke fenomeen van het omhoog zweven van voorwerpen of levende wezens. Er bestaat geen bewijs dat levitatie fysiek kan plaatsvinden, noch zijn er wetenschappelijke theorieën over de mogelijkheid tot fysieke levitatie. Meestal wordt de term in beperkte betekenis gebruikt en refereert dan aan de levitatie van het menselijk lichaam. Zowel oosterse mystici als moderne mediums gewagen van levitatie. Gevallen van levitatie werden al in vroegere tijden gerapporteerd: heiligen, extatici, heksen en slachtoffers van bezetenheid zouden in een bijzondere bewustheidstoestand de zwaartekracht overwonnen hebben. J.J. von Görres (Die Christliche Mystik) spreekt van 72 leviterende heiligen, onder wie Franciscus van Assisi, Thomas van Aquino, Edmund, aartsbisschop van Canterbury, Savonarola, Ignatius van Loyola en vele anderen. Van hen werd gezegd dat ze geregeld op korte afstand boven de grond zweefden. Oliver Leroy geeft een gemiddelde aan van 50 cm (20 inches). In sommige gevallen werden grotere hoogten 'behaald'. Van Sint-Jozef van Copertino werden in de Acta Sanctorum tot 70 'vluchten' geregistreerd, waarbij hij in één geval in een boom vloog en daar op een dunne tak bleef zitten wiegen. Van Sint-Petrus van Alcantara werd volgens Görres eveneens gezegd dat hij soms hoog boven de bomen tussen vrolijk zingende vogels rondzweefde. |
Edward Alexander "Aleister" Crowley (Warwickshire, Engeland, 12 oktober 1875 – Hastings, Engeland, 1 december 1947) was een Britse occultist, schrijver, bergbeklimmer, dichter en yogabeoefenaar. Hij was een invloedrijk lid van verschillende occulte organisaties, waaronder de Golden Dawn en de Ordo Templi Orientis (O.T.O.) Hij is vooral bekend voor zijn occulte geschriften, in het bijzonder "The Book of the Law" en verwierf door zijn losbandig leven een kwalijke reputatie die hem de bijnaam "The Wickedest Man In the World" bezorgde. JeugdCrowley groeide op in een streng gezin dat het Plymouth Brethren geloof aanhing. Hij mocht niet met andere kinderen uit de buurt spelen tenzij zij hetzelfde geloof beleden. Zijn vader was een fanatieke predikant die het Verenigd Koninkrijk rondreisde om pamfletten uit te delen. "Alicks" jeugd werd gekenmerkt door dagelijkse bijbelstudie en privéonderwijs. Zijn vader stierf aan tongkanker nog voor Crowley 12 jaar was. Na de dood van zijn vader, aan wie hij zeer gehecht was, maakte hij zich los van zijn godsdienstige opvoeding. De inspanningen die zijn moeder zich getroostte om haar zoon voor het christelijk geloof te bewaren waren vergeefs. Ze kastijdde hem zelfs om zijn rebels gedrag en riep dat hij "The Beast" was uit "The Book of Revelation", een benaming waarvan hij later gebruik zou maken. |
Hellenistische alchemie was een oude tak van de natuurfilosofie waarbij geleerden en ambachtslieden op speculatieve wijze materie onderzochten. Die studie kwam in de late oudheid op gang in Egypte. Centra waren wellicht Neder-Egyptische steden en met name Alexandrië, waar de eerste praktijken zich vermoedelijk afspeelden in werkplaatsen die verbonden waren aan tempels. In de eerste eeuwen van onze jaartelling was Egypte een smeltkroes van culturen, tradities en wetenschappelijke uitwisselingen. Vandaar dat de term 'hellenistisch' gebruikt wordt, en niet 'Grieks', om ongewenste, etnische connotaties te vermijden. De overgeleverde teksten zijn niettemin in het Grieks, en richten zich nu eens op religieus-filosofische aspecten, dan weer op chemisch-technische. |
Stanislas de Guaita (6 april 1861 – 19 december 1897) was een dichter, occultist, Rozenkruiser, Martinist. LevensloopStanislas de Guaita kwam uit een Italiaanse adellijke familie. Hij werd geboren in het kasteel van Alteville. Hij droeg de titel van Markies. Hij studeerde aan het Lyceum van Nancy, waar bleek dat hij een natuurlijke aanleg had voor wetenschappen, vooral chemie. In het Lyceum raakte hij bevriend met Maurice Barrès, Paul Adam en Albert de Pouvourville, beter bekend onder zijn pseudoniem Matgioi. Hij volgde Rechten in Parijs. Daar ontmoette hij de lokale dichters Édouard Dubus, Emile Goudeau, Joseph Gayda, Paul Emile Michelet, Jean Moréas en Laurent Tailhade. Hij publiceerde Oiseaux de passage in 1881, een bundel van 45 teksten in drie delen. Daarna verscheen op 10 oktober 1883 La Muse Noire, een bundel gedichten. Op 9 april 1885 verscheen een tweede bundel gedichten, Rosa Mystica. In 1884 veranderde het leven van de Guaita. Zijn ontmoeting met Catulle Mendès was daarvan de aanleiding. Mendès liet hem de werken van Eliphas Levi kennen. De Guaita las eerst Dogme et rituel de la Haute Magie. Later las hij Le Vice suprême van Joséphin Péladan. In 1888 ontstond het idee om de ware geïnitieerden te hergroeperen. Dit idee kwam er ten gevolge van de zaak Boullan. Boullan was een magiër die zich met duistere praktijken bezighield. Reeds in mei 1887 had de Guaita getracht deze magiër tot andere inzichten te brengen, doch zonder gunstig gevolg.
|
De Smaragden Tafel is een korte, cryptische tekst die een bron van inspiratie vormde voor de alchemisten. Volgens een populaire legende werd hij geschreven door de mythische Hermes Trismegistus, maar er zijn nog andere verhalen over de oorsprong in omloop. Of de Smaragden Tafel een product is uit de oudheid, of is geschreven in de vroege Middeleeuwen, is nog steeds niet uitgemaakt. De bekendste uitspraak die op deze tekst teruggaat, is "Zo boven, zo beneden", die een echo vindt in de opvattingen van zowel de alchemie, de magie als de astrologie. Deze drie 'oude wetenschappen' gaan immers uit van de eenheid en verbondenheid der dingen boven (de macrokosmos ) en beneden (de microkosmos - onze aarde en het leven op aarde). De iconografie van bijvoorbeeld de Rider-Waite tarotkaart De Magiër lijkt ook geïnspireerd te zijn op de Smaragden Tafel. GeschiedenisEen Arabische versie van de tekst is al te vinden in de werken van Jabir ibn Hayyan en dateert uit de 8e eeuw. Vertaald vanuit het Arabisch naar het Latijn werd hij in het middeleeuwse Europa vele keren herdrukt. Zo werd het een van de invloedrijkste teksten uit de hermetische traditie. In de alchemie wordt de Smaragden Tafel beschouwd als een 'sleuteltekst' om alle volgende alchemistische geschriften te kunnen begrijpen. |
John Dee (Londen, 13 juli 1527 – Mortlake (Surrey), 1608 of 1609) was een Engels humanist, filosoof, wiskundige, geograaf, astroloog en adviseur van koningin Elizabeth I. Tevens wijdde hij zijn leven aan alchemie, wichelarij en Hermetische filosofie. Dee bestudeerde zowel de wereld van de wetenschap als van de magie, op het moment dat ze juist uit elkaar dreven. In zijn twintiger jaren had hij al overvolle zalen in Sorbonne, de Universiteit van Parijs. John was een fanatieke promotor van de wiskunde. Verder was hij een gerespecteerde astronoom en een belangrijke navigatie-expert. Hij leidde veel mensen op die later zouden zorgen voor de ontdekkingsreizen van Engeland (hij bedacht de term "British Empire", letterlijk vertaald het Britse Rijk). Tegelijkertijd verdiepte hij zich in de magie en de Hermetische filosofie, waar hij de laatste 25 jaar van zijn leven aan zou wijden. Voor Dee, net als voor zoveel van zijn tijdgenoten, waren deze activiteiten geen tegenstrijdige, maar juist bijzondere aspecten van een samenhangend wereldbeeld. |
Nicolas Flamel (Pontoise?, ca. 1340 - Parijs, 22 maart 1418) was een Parijse alchemist, publieke schrijver, kopiist, kalligraaf en beëdigd boekhandelaar. Dankzij een succesvolle carrière, zijn huwelijk met een rijke weduwe en vastgoedspeculaties verzamelde hij een aanzienlijk fortuin. Een groot deel van dat geld besteedde hij aan vrome doelen en goede werken. Dit vermogen, waarschijnlijk door de geruchtenmolen nog aangedikt, is de oorsprong van de mythe dat hij een succesvol alchemist zou zijn geweest die erin was geslaagd de Steen der wijzen te maken om onedele metalen om te zetten in goud. Vanwege deze reputatie zijn talrijke alchemistische traktaten aan Flamel toegeschreven, waarvan het in 1612 verschenen Le Livre des figures hiéroglyphiques (Het Boek van de hiërogliefen) het bekendste is. LevensbeschrijvingFlamel was niet van adel. Toch zijn historici nu in staat om een vrij goed beeld te krijgen van het leven van deze 'gewone' middeleeuwse burger. Behalve de religieuze gebouwen en monumenten die hij liet oprichten, liet hij ook heel wat documentatie achter: de in de 18e eeuw verzamelde akten van de parochie van Saint-Jacques-de-la-Boucherie, diverse persoonlijke documenten van hem en zijn vrouw waaronder zijn testament, postume beschrijvingen en illustraties. Nicolas Flamel werd geboren rond 1340, mogelijk te Pontoise "op zeven mijlen van Parijs". Hij overleefde in zijn jeugd de pestepidemie van 1348. Zijn leven speelde zich af in Parijs tijdens de Honderdjarige Oorlog, vanaf de Slag bij Crecy in 1346 tot die van Agincourt in 1415. |
Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim (bij Einsiedeln (Zwitserland), 1493 of 1494 – Salzburg, 24 september 1541), beter bekend onder de naam Paracelsus, was een beroemd, maar tevens controversieel arts en theoloog die zich ook bezighield met alchemie en astrologie. LevenOver het leven van Paracelsus is buitengewoon weinig bekend. Des te talrijker zijn de legendes. Een groot deel van de biografische gegevens waar we wel over beschikken, is afkomstig uit het voorwoord van zijn boek: Die große Wundartzney. Zijn vader was de arts Wilhelm Bombast von Hohenheim, zijn moeder een lijfeigene van het klooster te Einsiedeln. En dat is dan ook alles wat we over haar weten. Volgens toenmalig gebruik was ook Paracelsus zijn leven lang 'lijfeigene' van dit klooster – een eigenaardig gegeven voor iemand die de spreuk tot zijn motto had gemaakt: "Alterius non sit qui suus esse potest" (wie in staat is zichzelf te zijn, moet zich niet ondergeschikt maken aan een ander). Na haar dood trokken vader en zoon in 1502 naar Villach (Karinthië). Van kinds af aan werd Theophrastus door zijn vader in de geheimen der natuur onderwezen; daarnaast noemde hij voornamelijk geestelijken en alchemisten die zijn leraren waren geweest. Hij schijnt verschillende universiteiten in Duitsland, Frankrijk en Italië te hebben bezocht en rond 1515 in Ferrara de dokterstitel te hebben verworven. |
Nostradamus, Latijn voor Michel de Nostredame (Saint-Rémy-de-Provence, 14 december 1503 – Salon-de-Provence, 2 juli 1566) is mogelijk de bekendste ziener die de Westerse wereld heeft gekend. Volgens zijn aanhangers heeft hij de Wereldoorlogen, Hitler, Napoleon, het Communisme, terrorisme in Europa en vele andere zaken voorspeld. Het belangrijkste wat ons nog te wachten zou staan is de komst van Chiren. Dit zou een Europeaan zijn, mogelijk een Fransman, die langdurige wereldvrede zou brengen. Volgens sceptici zijn de uitspraken van Nostradamus veel te vaag en kan men er met gemak om het even welke interpretatie aan geven die past in de hedendaagse situatie, wat volgens die sceptici ook voortdurend gebeurt. Zijn voorspellingenDe Centuriën van Les ProphetiesFaam verwierf Nostradamus door de publicatie van zijn voorspellingen in Les Propheties, waarvan de eerste editie verscheen in 1555. De populariteit bleef door de eeuwen heen bestaan en er zijn vrijwel continu herdrukken verschenen. Ook tegenwoordig verschijnen er in het Nederlands (inclusief vertalingen) nog vrijwel jaarlijks nieuwe edities met interpretaties van zijn geschriften. |
Een horoscoop is een astrologische voorstelling van het hemelgewelf, gezien vanuit een specifieke plaats op aarde op een welbepaald moment. De term is afgeleid van het Griekse "horoskopos", wat "kijken naar de uren" betekent en "horoskopoi", "schrijver van het uur". Volgens de astrologie bestaat er een verband tussen de stand van hemellichamen zoals zon, maan en planeten en gebeurtenissen die op aarde plaatsvinden. Eigenlijk kun je voor elke verleden, huidige of toekomstige gebeurtenis een horoscoop opstellen. Het is dus niet zo dat deze gebeurtenis per se de geboorte van een mens moet zijn, waarbij we van een geboortehoroscoop spreken. Er bestaan behalve geboortehoroscopen ook bijvoorbeeld uurhoekhoroscopen, waarbij de uitkomst van een gebeurtenis wordt voorspeld, electiehoroscopen om een keuze te maken, mundaanhoroscopen om gebeurtenissen op mundaan niveau te voorspellen (beurs, aardbevingen enzovoort) en solaarhoroscopen om jaartendenzen te voorspellen. AlgemeenDe horoscoop geeft de stand aan van zon, maan en planeten op een bepaald moment en op een bepaalde plaats. Deze standen worden geplaatst in een kader van huizen. Die huizen zijn eigenlijk een projectie van de twaalf tekens op aarde, meestal gerekend vanaf de ascendant. Dit geheel relateert een astroloog aan gebeurtenissen die - in het verleden, het heden of de toekomst - op aarde plaatsvinden. Daarbij wordt aangenomen dat er een verband is tussen de stand van de hemellichamen en gebeurtenissen op aarde. Voorspellingen worden gedaan door een horoscoop te trekken voor momenten in de toekomst (de loop van zon, maan en planeten ligt immers vast). In het verleden was dit een tijdrovend karwei; het kostte veel tijd om precies uit te rekenen en uit te tekenen waar de planeten op een bepaald moment allemaal stonden. Tegenwoordig verloopt het berekenen van een horoscoop veel sneller dankzij de computer. Ook de interpretatie van de horoscoop wordt tegenwoordig soms met de computer gedaan, maar dit levert sowieso geen samenhangend geheel op. |
Éliphas Lévi (1810-1875), pseudoniem van Alphonse Louis Constant, was een Frans filosoof, occultist, vrijmetselaar, kabbalist en rozenkruiser. Constant hernieuwde de studie van de esoterische wetenschappen en maakte deze toegankelijk voor een groter publiek. LevensloopConstant was de enige zoon van een schoenmaker. Hij was een intelligente jongen en leerde snel. Dankzij abbé J.B. Hubault Malmaison, die in de parochie een school voor arme kinderen had opgericht, kon Constant onderwijs volgen. In 1825 ging hij op 15-jarige leeftijd naar het Klein Seminarie van Saint-Nicolas van Chardonnet om een priesterstudie te volgen. Tijdens een les, gegeven door de abbé Frère-Collona, raakt Constant geïntrigeerd door een verklaring; abbé Frère-Collona verklaarde dat hij overtuigd was dat dierlijk magnetisme een vitale energie van het menselijke lichaam was, die gecontroleerd werd door de duivel. Constant was dus nieuwsgierig en heel wantrouwig begon hij alles te lezen wat hij kon vinden over magie en occultisme. In 1830 ging hij naar het Seminarie van Issy om er twee jaar filosofie te volgen. Na Issy studeerde hij theologie aan het Seminarie van Saint-Sulpice. Hij werd tot subdiaken gewijd. In 1835 gaf hij catechese. De jonge Adèle Allenbach wordt hem door haar moeder toevertrouwd, met de opdracht het meisje te beschermen en persoonlijk te onderrichten. De jonge subdiaken werd verliefd op zijn beschermelinge. Op 19 december 1835 werd hij tot diaken gewijd en in juni 1836 verliet hij definitief het seminarie. Zijn oude moeder had steeds gehoopt dat haar zoon priester zou worden. Bij het horen van het nieuws dat haar zoon het seminarie verlaten had, pleegde ze zelfmoord. |
De Graaf van Saint-Germain (vermoedelijk gestorven op 27 februari 1784) was een avonturier, uitvinder, amateur-wetenschapper, violist, amateur componerend musicus en mysterieus persoon met een klein vertoon voor alchemistische vaardigheden. Sinds zijn vermoedelijke dood hebben verscheidene occulte verenigingen hem als voorbeeld geadopteerd en hem als machtige verschijning ervaren en hebben meerdere personen zich uitgegeven voor de Graaf van St-Germain. Volgens de leer van de Verheven Meesters is zijn naam afkomstig van het Latijnse Sanctus Germanus (Heilige Broeder), de naam die hij zelf gekozen zou hebben bij zijn spirituele transformatie tot Verheven Meester. Hij is ook bekend onder een aantal andere namen, waaronder de Markies van Montferrat, Comte Bellamarre of Aymar, Chevalier Schöning, Chevalier Weldon (Welldone), Comte Soltikoff, Graaf Tzarogy en Prins Rákóczi. LevenDe identiteit en achtergrond van St. Germain zijn gehuld in mysterie, wat heeft geleid tot speculaties over zijn afkomst en voorouders. Volgens Prins Karel van Hessen-Kassel beweerde St. Germain tegen het einde van zijn leven de zoon te zijn van Frans II Rákóczi, de prins van Transsylvanië, en diens eerste vrouw, prinses Amalia van Hessen-Theinfeld. Deze theorie is het meest geaccepteerd. Volgens een andere theorie is St. Germain de buitenechtelijke zoon van Maria Anna van Beieren, de weduwe van Karel II van Spanje, terwijl weer een andere theorie hem voorstelt als de zoon van de koning van Portugal. |
Christian Rosenkreutz en het begin van de ordeVolgens de overlevering werd de orde van de Rozenkruisers in 1407 opgericht door de Duitser Christian Rosenkreuz (1378-1484), die in het heilige land gestudeerd had onder verscheidene occulte meesters. Gedurende zijn leven zou de orde uit niet meer dan acht leden hebben bestaan. Het genootschap zou in het bezit zijn van een enorme schat en geheime kennis. Het gezelschap zou ook het menselijk welvaren door de opbouw van een door hen gestuurd regime in Europa trachten zeker te stellen, vooraleer de wereld uiteindelijk zou vergaan. Toen Rosenkreutz in 1484 overleed, stierf ook de orde uit en deze leefde –als zodanig(?)– pas in het begin van de 17e eeuw weer op. Deze overlevering wordt in verschillende mate door moderne Rozenkruisers geloofd: sommigen accepteren het als de letterlijke waarheid, anderen zien het als een parabel en weer anderen menen dat Rosenkreutz een pseudoniem is voor een of andere moderne historische persoon (in dit kader wordt vaak de naam genoemd van Francis Bacon (1561-1626, Engels filosoof, essayist en staatsman). |
Magie of toverij is de vermeende kunst van het manipuleren van de werkelijkheid vanuit de gedachte dat men in contact kan treden met het bovennatuurlijke door middel van rituelen en bezweringen. Een van de functies van magie in premoderne maatschappijen was het ongewone duiding te geven of om een houvast te bieden in een onzekere wereld. Praktijken die als magisch worden gezien zijn onder meer voorspellen, astrologie, bezweringen, alchemie, hekserij, tovenarij en spiritisme. Moderne antropologische en sociologische studies van magie zien deze en andere praktijken nu eerder als aspecten en uitingen van een totale wereldbeschouwing van een bepaalde cultuur op een bepaald tijdstip in zijn geschiedenis, net zoals ook religie en wetenschap een deel vormen van de cultuur van een volk. Magie is dus met andere woorden niet alleen een 'techniek': het gaat onvermijdelijk uit van een achterliggend wereldbeeld, een manier waarop alles wat gebeurt begrepen en verklaard wordt. Met magie wordt dus ook een wijze van rationaliteit, een kosmologie, beschreven waarbij ervan uitgegaan wordt dat onzichtbare krachten veranderingen kunnen teweegbrengen in de materiële werkelijkheid. EtymologieMagie stamt etymologisch af van het Griekse magikē (zie mantike), vrouwelijke vorm van magikos (μαγικός), waarmee de magische kunsten worden aangeduid, refererend aan de Magoi, - enkelvoud mágos, (μάγος) - Zoroastrische priesters die astrologische voorspellingen deden. De Griek Heraclitus (6e eeuw v.Chr.) was de eerste die de mágos en hun 'goddeloze rituelen' vernoemde. |
Hekserij betreft in het algemeen het uitoefenen of aanroepen van vermeende bovennatuurlijke krachten om mensen of gebeurtenissen te beïnvloeden. In het Westen legt het volksgeloof de nadruk op het kwaadaardig handelen van de heks. Moderne hekserij, waarbij mensen zichzelf "heks" noemen, breekt radicaal met dit stereotiepe beeld en benadrukt positieve aspecten als eenheid met de natuur en de gelijkheid van man en vrouw. Vrijwel alle culturen en religies kennen een begrip 'heks'. De omschrijving ervan loopt echter nogal uiteen; ook onder historici en antropologen bestaat er geen algemeen aanvaarde definitie. Met een heks wordt in de meeste samenlevingen een persoon bedoeld, vaak een vrouw, aan wie het vermogen wordt toegeschreven om anderen te schaden met behulp van bovennatuurlijke krachten. Beeldvorming rond de heks Zie Opvattingen over heksen en hekserij in Europa voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Europese beeld van wat een heks is werd in de loop der tijden sterk beïnvloed door mythen, sprookjes, volksgeloof en door de heksenvervolgingen in de zestiende en zeventiende eeuw (de vroegmoderne tijd). Tot in de 14e eeuw liep het westerse begrip van hekserij vrijwel gelijk met wat daar elders in de wereld onder werd verstaan. Binnen het christendom werd hekserij mettertijd meer en meer in verband gebracht met aanbidding van de duivel, terwijl het buiten Europa slechts verbonden bleef met het beoefenen van tovenarij of magie met de bedoeling gebeurtenissen te beïnvloeden. In de 19e eeuw ontstond er een romantisch heksbeeld, dat leidde tot de oprichting van neopagaganistische groepen zoals wicca (zie ook Hedendaagse hekserij). |
De aura is de naam die wordt gegeven aan een verondersteld energieveld dat, volgens verschillende esoterische stromingen, mensen en ook andere levende wezens zou omgeven. Aura's zouden visueel kunnen worden waargenomen door personen die daar gevoelig voor zijn. De kleuren van een aura zouden, zo wordt beweerd, variëren naargelang de persoon en de omstandigheden. Auragenezers beweren dat ze ziektes kunnen diagnosticeren aan de hand van verstoringen in het aurabeeld. Met wetenschappelijke methodes zijn tot op heden geen aura's vastgesteld. Aard en samenstelling van aura'sEsoterische stromingen postuleren dat een aura zou bestaan uit 'levensenergie', 'astrale energie', 'esoterische energie', 'bio-energie' of een andere, niet in het natuurkundige spectrum vóórkomende energievorm. De energie zou nadrukkelijk niet betreffen de infrarode straling die alle lichamen uitzenden en die zichtbaar gemaakt kan worden met een warmtegevoelige camera. Ook zou de aura iets anders zijn dan het nabeeld, dat het menselijk oog - onder bepaalde omstandigheden - waarneemt rondom objecten die tegen een heldere achtergrond zijn geplaatst. De theosofie, die uitgaat van meervoudigheid van de stof (hylisch pluralisme), stelt dat aura's bestaan uit verschillende 'fijnstoffelijke lichamen', die zich in verschillende lagen rondom het 'grofstoffelijke' (materiële) lichaam zouden bevinden. Het 'etherisch lichaam', het binnenste van deze fijnstoffelijke lichamen, zou via de chakra's 'levensenergie' uit de omgeving doorgeven aan het materiële lichaam. |
Het runenschrift (kortweg runen) is het oudst bekende schrift gebruikt door de Germaanse volkeren van Noord-Europa, Groot-Brittannië, Scandinavië en IJsland vanaf ongeveer de 3de eeuw tot de 16e of 17e eeuw. Het bestaat uit letters samengesteld uit meestal rechte en hoekige lijnen die gemakkelijk in bijvoorbeeld steen of hout kunnen worden gekrast. Bij gebruik op metaal werden ook wel ronde vormen gebruikt. Het aanbrengen van runen werd destijds ook wel "ritsen" genoemd. Futhark is de benaming voor verscheidene Oudgermaanse runenalfabetten. De term voor de wetenschappelijke bestudering van runenalfabetten, runeninscripties en hun geschiedenis, is runologie of runenkunde. Runeninscripties zijn bekend van ca. 150 tot 1200 na Chr. en in Scandinavië nog een paar eeuwen langer. Na 800 na Chr. verloor het schrift op het Europese continent geleidelijk de concurrentiestrijd met het Latijns alfabet dat op scholen werd onderwezen. Het schrift werd voor allerlei boodschappen gebruikt, maar is vooral bekend van de runenstenen, die als herdenkingsmonumenten dienen. In bijna alle gebieden waar Germaanse volkeren (waaronder de Vikingen) zijn geweest, kunnen runeninscripties aangetroffen worden. |
De term gnosticisme (soms ook wel gnostiek genoemd) is etymologisch afkomstig van het Griekse woord voor kennis, gnosis (γνωσις ;zie Lucas 11:52). Gnosis duidt op mystieke, geheime (in de betekenis van verborgen) kennis. Gnosticisme is een verzamelnaam voor een brede waaier aan mystiek-religieuze stromingen die stammen van voor het begin van de huidige jaartelling en een bloei kenden in de 2e en 3e eeuw. Vanwege zijn occulte (geheime) karakter is het moeilijk een duidelijk beeld te krijgen van het gnosticisme. De hedendaagse kennis over de leringen uit het gnosticisme bestaat overwegend uit gevonden teksten van stromingen, die ontstonden uit de confrontatie met het christendom en daarom tot de gnostiek gerekend worden. Het meeste materiaal bestaat daarnaast uit geschriften van uiteenlopende christelijke auteurs, die de opvattingen uit het gnosticisme aanvielen. De term wordt heden ten dage ook wel gebruikt voor en door sommige esoterische bewegingen. TerminologieIn de christelijke literatuur van de vroege kerk was het woord gnosticus de aanduiding voor een intellectueel, ongeacht zijn christelijke, joodse of heidense achtergrond. De meeste gnostici werden naar hun geestelijk leider genoemd, zoals de Valentinianen of Simonianen. De bewegingen van het gnosticisme in de tijd van de vroege kerk zijn zeer heterogeen geweest. De termen gnosis, gnostiek en gnosticisme, zoals deze in deze encyclopedie worden onderscheiden, worden in de wetenschap en naargelang het taalgebied soms anders gebruikt. Zie ook neognostiek voor hedendaagse stromingen, die zich op het gnosticisme of de gnostiek beroepen. |
De vrijmetselarij of maçonnerie is een internationaal verbreide en regionaal gestructureerde broederschap van mensen die streven naar geestelijke en morele verheffing, onderlinge waardering en wederzijdse hulp. De leden worden vrijmetselaren, vrijmetselaars of (franc-)maçons genoemd. Het is het grootste geheim genootschap en is wereldwijd verspreid. De eerste grootloge werd gevormd in 1717 in Engeland te Londen, waarmee de vrijmetselarij zich organiseerde in de vorm zoals we die vandaag de dag kennen. In het Nederlandse taalgebied wordt het woord loge als synoniem van vrijmetselarij gebruikt. De besloten bijeenkomsten van de vrijmetselarij vinden plaats in een werkplaats, ook loge genoemd en ligt hiervan aan de oorsprong. De vrijmetselarij was oorspronkelijk uitsluitend toegankelijk voor mannen, maar tegenwoordig bestaan er ook gemengde en exclusief vrouwelijke loges. Volgens de United Grand Lodge of England zouden wereldwijd zo'n 5 miljoen mensen lid zijn van loges. Dit cijfer is echter speculatief. In 1978 schatte de Encyclopædia Britannica het totale aantal leden wereldwijd op 5,9 miljoen, waarvan 4 miljoen in de Verenigde Staten en 1 miljoen op de Britse Eilanden. In beide gevallen betreft het uitsluitend de zogenaamde reguliere vrijmetselarij. Er zijn echter zes verschillende invalshoeken om tot een definitie te komen. |
Thelema (Grieks Θελημα voor wil of intentie) is een occulte filosofie waarin de Wil heilig is en alle handelingen die intentioneel geschieden in meerdere of mindere mate als magisch beschouwd worden. OntstaanDe regels van Thelema werden geopenbaard aan de occultist Aleister Crowley (1875-1947) van 8 tot en met 10 april 1904 door het spirituele wezen Aiwass (ook wel Aiwaz) in Caïro, Egypte. Crowley diende daarbij als schrijver en zijn vrouw Ross Kelly als medium. Het boek Liber AL vel Legis, beter bekend onder zijn Engelse titel The Book of the Law, dat zo ontstond kan gekarakeriseerd worden in de volgende verzen:
Opgemerkt moet worden dat Crowley een bewonderaar was van de 16e eeuwse Franse satirist François Rabelais, die in zijn spotwerk over religie, mystiek en politiek, getiteld Gargantua, de hoofdpersoon een Abdij van Thélème (een fictieve stad aan de Loire) laat stichten waarin de zogenaamde Thelemieten een soort van anti-kloosterorde vormen; hierin mag toch wel een inspiratiebron vermoed worden, niet alleen omdat Crowley de naam "Thelemieten" overnam, maar ook daar hij in 1920 te Cefalù, Sicilië, zelf een Abdij van Thelema stichtte (die in 1923 gesloten werd nadat de Thelemieten op last van Mussolini's regering Italië moesten verlaten). |
Westerse astrologie verwijst naar astrologie zoals beoefend in het westen, waarvan de basis gezocht dient te worden in de Tetrabiblos van Claudius Ptolemaeus uit de 2e eeuw. Dit werk steunt dan weer op voorafgaande hellenistische tradities en uiteindelijk op de Babylonische astrologie. Een typisch kenmerk van de westerse astrologie is dat ze beroep doet op de constructie van een horoscoop die voor een bepaalde plaats op een bepaald moment geldt, en waarbij hemellichamen zoals Zon, Maan en planeten worden ingetekend. Westerse astrologie kent een rijke en lange traditie. Het belangrijkste westerse astrologieboek is rond 200 na Christus geschreven door Claudius Ptolemaeus, een Grieks-Egyptische astronoom. Hij schreef vier boeken over de invloed van de 'sterren', samen bekend als de 'Tetrabiblos', waarin hij de grondbeginselen beschrijft van de astrologie. Vanaf de 4e eeuw braken donkere dagen aan voor de astrologie, want de tot christen bekeerde keizer Constantijn verklaarde de astrologie in het jaar 333 tot 'duivelse praktijk.' Pas na haar 'herontdekking' in de 12e eeuw door Arabische en Perzische geleerden en kabbalisten die de oorspronkelijke Griekse teksten bestudeerden, vertaalden naar het Latijn en in Europa introduceerden, begon zij aan een nieuwe indrukwekkende opgang. Tijdens de renaissance bestudeerden wetenschappers, filosofen, astronomen en medici de astrologie en brachten haar in verband met andere wetenschappen zoals de geneeskunde. De astrologie kende een ware bloeiperiode. Op alle grote universiteiten werd zij onderwezen als een soort allesoverkoepelende wetenschap en in deze periode werd zij zelfs door de kerk getolereerd. Met de opkomst van de natuurwetenschappen vanaf de 17e eeuw werd de astrologie opnieuw als bijgeloof, pseudowetenschap of occultisme verworpen. Tegenwoordig kent de astrologie vooral veel interesse als populaire horoscooprubriek in tijdschriften en andere media, alhoewel dit niet veel meer met echte astrologie te maken heeft. |
Handlijnkunde (of chiromantie, van het Griekse cheir, "hand" en manteia, "het voorspellen") is een vorm van waarzeggerij die beweert iemands toekomst en karaktereigenschappen te kunnen afleiden uit de lijnen en andere kenmerken van zijn hand. Het handlezen komt overal ter wereld voor, in talloze variaties. De methode wordt in het westen beschouwd als een pseudowetenschap. In Europa en Amerika wordt vaak rechtstreeks uit de hand gelezen, terwijl in India vaak de hand met een rubberen rol vol stempelinkt wordt gesmeerd en dan op een vel wit papier wordt afgedrukt. Zo wordt eigenlijk de negatieve afdruk gelezen. Door de meeste beoefenaars wordt aangenomen dat de linkerhand het potentieel aangeeft en de rechterhand hoe dit in het leven wordt gerealiseerd. Ook wordt vaak aangenomen dat de handlijnen in de loop van het leven kunnen wijzigen na een of andere persoonlijke gebeurtenis. GeschiedenisDe herkomst is nog niet geheel duidelijk, maar er wordt aangenomen dat handlijnkunde dateert van in de tijd van de Indiase, Hindoe-astrologie (in het Sanskriet gekend als Jyotish) en de Roma (zigeuner) toekomstvoorspellers. De Indische wijze Valmiki zou volgens de overlevering een boek geschreven hebben dat (vertaald) "De leringen van de hindoese wijze Valmiki over het lezen van de mannelijke handpalm " getiteld was. Het bevatte 567 stanza's en werd meer dan 5000 jaar geleden geschreven. Vanuit India verspreidde de kunst van het handlezen zich over China, Tibet, Egypte, Perzië en naar Europa. Het handpalmlezen kwam naar China omstreeks 3000 v.Chr. en vond zijn weg naar Griekenland waar Anaxagoras het beoefende. |
Een weerwolf is in de Europese folklore een mens die 's nachts in een wolf verandert en dieren, mensen of lijken verscheurt vooraleer tot zijn menselijke vorm terug te keren. Aan weerwolven wordt bovenmenselijke kracht toegeschreven, gekoppeld aan sterk ontwikkelde zintuigen. Sommige weerwolven veranderen van vorm wanneer ze willen, terwijl anderen - doordat ze zelf door een weerwolf gebeten zijn - onder invloed van de volle maan buiten hun wil om van gedaante veranderen. Wanneer een weerwolf gewond is na zijn transformatie zullen zijn wonden ook zichtbaar zijn in zijn menselijke vorm. Het geloof in weerwolven is verspreid over de hele wereld. De psychiatrische conditie waarbij iemand gelooft dat hij een wolf is, is gekend onder de naam lycantropie. Etymologie en herkomstMogelijk zit er achter het volksgeloof in weerwolven de ervaringen met verschillende ziektes en aandoeningen.
Toch zijn er ook tal van gevallen bekend waarbij mensen bij wijze van grap zelf voor weerwolf gingen spelen. In zeldzame gevallen zelfs met slechte afloop. In Wange werd - volgens een plaatselijk verhaal - een man vrijwel dagelijks besprongen door een weerwolf. Op aanraden van zijn vrienden had hij een bijl meegenomen waarmee hij de weerwolf neersloeg. De volgende dag bleek een jongeman uit het dorp vermoord. |
Christian Astrology uit 1647 is het bekendste werk van de Engelse astroloog William Lilly. In drie boekdelen behandelt hij achtereenvolgens de regels van de astrologie, uurhoekhoroscopen en de geboortehoroscoop. William Lilly's Christian Astrology wordt door klassieke astrologen beschouwd als een van de belangrijkste basiswerken van de westerse astrologie. Lilly's invloedenWilliam Lilly was zeer belezen, en ging er prat op dat hij soms tot 18 uur per dag zat te studeren. Hij schreef deze drie boeken, toen hij wegens ziekte en de dreiging van de pest een jaar thuis moest blijven. De auteurs die hij in de appendix (Bibliografie) van 'Christian Astrology' opsomt en waarvan hij de boeken heeft bestudeerd om zelf de astrologische principes te leren, zijn talrijk. Het zijn meestal boeken in het Latijn, oorspronkelijk of vertaald, of in het Engels. Hij noemt onder meer de Quadripartitum (Tetrabiblos) van Claudius Ptolemaeus, De Occulta Philosophia van Agrippa, De Astronima Tractarus 10 van Guido Bonatus, 120 Aphorismi van John Dee, Medicina Catholica van Robert Fludd, Epitomes Astronomiae van Johan Kepler en De Meteoris van Paracelsus. |
Numerologie is een occulte wetenschap en houdt zich bezig met enerzijds esoterische, symbolische aspecten van getallen, anderzijds bredere interpretaties van getallensymboliek. Numerologie is vertaald: 'kennis der getallen', en dient niet verward te worden met getaltheorie. Een numeroloog zoekt naar samenhang der dingen door het getal (als versleuteld symbool van verborgen kennis) als uitgangspunt te nemen. Hiertoe tracht de numeroloog volgens een bepaald systeem van 'coderen en decoderen' begrippen in getallen om te zetten, om vervolgens die getallen te duiden op grond van hem bekende esoterische kennis uit bijvoorbeeld tarot, gematria, astrologie of eigen interpretaties. De theorie achter numerologie is gebaseerd op het idee van Pythagoras dat alle dingen numeriek kunnen worden uitgedrukt, omdat ze uiteindelijk terug te brengen zijn tot getallen. AchtergrondNumerologie stoelt op aspecten uit verschillende tradities en oude culturen, waaronder Babylonië, astrologische filosofie uit het hellenistische Alexandrië, vroeg christelijke mystici, het occultisme van de vroege gnostici, het Hebreeuwse systeem van de kabbala, de Indische veda's, de Chinese "Cirkel van de dood" en het Egyptische "Boek van de Meester van het Geheime Huis" (Rite van de Dood).
|
De Steen der Wijzen (Latijn: lapis philosophorum; Grieks: chrysopoeia) is een legendarische alchemistische substantie die in staat zou zijn om gewone metalen in goud te veranderen. Soms wordt het ook als levenselixer voorgesteld waaraan verjongende en levensverlengende eigenschappen worden toegekend. Lange tijd was het vervaardigen van de Steen der Wijzen het voornaamste doel van de westerse alchemie. Latere alchemisten zoals Isaac Newton en Nicolas Flamel stelden dat het doel van het 'Grote Werk' zou neerkomen op het verlichten van de filosoof zelf. Iemand die zich ook intensief met alchemie heeft beziggehouden was de Zwitserse psycholoog Carl Gustav Jung, die de symbolen van de alchemie en de beschreven processen in dieptepsychologische zin interpreteerde als manifestaties van het onbewuste.
|
Robert Fludd of Robertus de Fluctibus (Kent, 8 september 1574 – Londen, 1637) was een Brits natuurkundige, astroloog en mysticus. Fludd speelde een rol in de geschiedenis van de Rozenkruisersbeweging door met zijn in 1617 verschenen Tractatus apologeticus het gedachtegoed van de Societas Roseae Crucis te verdedigen. Tussen 1598 en 1604 studeerde Fludd geneeskunde, scheikunde en het occulte op het Europese vasteland, maar hij is vooral bekend door zijn onderzoek in de occulte filosofie. LevenRobert Fludd werd in 1574 geboren in Milgate House, in de parochie van Bearsted in het graafschap Kent. Jammer genoeg zijn vroegere doopregisters van die parochie verdwenen. De kerk van die parochie waar Fludd en zijn voorouders werden begraven in de 'Milgate kapel' ligt vlakbij het huidige station van Bearsted. De familie was van Welshe oorsprong en kwam uit Shropshire. Dr. Robert Fludd, J.B.Craven</ref> Aan het begin van koningin Elizabeths regering droeg een zekere George Stonehouse van Milgate de rechten voor het landgoed over aan Thomas Fludd, toen nog 'esquire' (schildknaap), die later geridderd zou worden. Sir Thomas Fludd stierf op 30 maart 1607. Zijn zoon zou, net als voor zijn moeder Elizabeth Andros, een monument voor hem laten oprichten in de kapel van Milgate. Uit de inscriptie op het monument blijkt dat Robert de vijfde was 'of the sons that lived' (van de zonen die in leven bleven). Robert Fludd leek ook fier te zijn op zijn afkomst van een ridder, want hij zei liever zijn universitaire doctorsgraad te verliezen dan het adeldom. |
De term westerse esoterie bestrijkt een breed spectrum aan esoterische stromingen in de westerse cultuurgeschiedenis. Het gaat met name om westerse opvattingen over esoterie sinds de renaissance tot heden. Hierbij kunnen ruwweg twee filosofisch-religieuze tradities worden onderscheiden (neoplatonisme en hermetisme), drie 'traditionele wetenschappen' (astrologie, magie of magia, en alchemie), en een stroming van theosofische speculaties (kabbala). Neoplatonisme, hermetisme en gnosticisme zijn de vroegste hellenistische bronnen waaruit renaissancemagie en christelijke kabbala ontsproten. Zij vormden samen dan weer de inspiratie voor latere stromingen binnen de westerse esoterie, zoals rozenkruisers, christelijke theosofie, het 19e-eeuwse occultisme, spiritisme, de 20e-eeuwse newagebeweging, en andere vormen van moderne alternatieve spiritualiteit. |
Splendor Solis (Latijn voor Schittering van de Zon) is een bekend kleurrijk alchemistisch manuscript. De eerste versie, geschreven in het Duits, dateert van 1532-1535 en bevindt zich in het Pruisische staatsmuseum in Berlijn. Het is verlucht op perkament, met decoratieve randen zoals een getijdenboek, mooi geschilderd en verguld. De latere kopieën ervan bevinden zich in Londen, Kassel, Parijs en Neurenberg en zijn even goed. In totaal bestaan er wereldwijd twintig kopieën van. |
Enuma Anu Enlil verkort EAE ('Toen de goden Anu en Enlil...' of 'In de dagen van Anu en Enlil...)' is een grote reeks van 68 of 70 kleitabletten die betrekking hebben op de Babylonische astrologie. Het grootste deel van het werk is een verzameling van voortekenen, naar schatting tussen 6500 v.Chr. en 7000 v.Chr., die een breed scala aan hemel- en atmosferische verschijnselen interpreteren in termen die relevant zijn voor de koning en de staat. DateringDe serie, die de canon vormt van de Babylonische astrologie, is waarschijnlijk opgesteld tijdens de Kassitische periode (1651-1157 v.Chr.), maar ongetwijfeld werden voordien al, in de Oud-Babylonische periode (1950-1651 v.Chr.) waarnemingen in een of andere vorm gedaan. Het aanvullen van deze verzameling gebeurde tot ver in het 1e millennium, en de laatste opgeschreven waarneming dateert uit 194 v.Chr. Aangenomen wordt dat de eerste 49 tabletten in India terechtkwamen in de 3e of 4e eeuw v.Chr. en dat de laatste reeks tabletten die de sterren als onderwerp hadden daar zijn aangekomen nog voor het begin van de christelijke jaartelling. |
De Tarot (eerst bekend als tarocchi, ook tarock en soortgelijke namen), is een kaartspel van achtenzeventig kaarten, dat vanaf het midden van de vijftiende eeuw in verschillende delen van Europa werd gespeeld. In Italië bijvoorbeeld als Tarocchini en in Frankrijk als Franse tarot. Het heeft vier kleuren die overeenkomen met de vier kleuren van het moderne 52-kaarten spel, hoewel de symbolen van de troeven en het aantal hofkaarten verschillen. Het onderscheidt zich in het bijzonder door een afzonderlijke troef die bekendstaat als de Nar of de Dwaas die in sommige versies van het spel als hoogste troef kan worden uitgespeeld. Rabelais geeft tarau als de naam van een van de spellen gespeeld door Gargantua in zijn Gargantua en Pantagruel Dit is waarschijnlijk de eerste vermelding van de Franse vorm van de naam. Tarotkaarten worden in een groot deel van Europa gebruikt als een vorm van kaartspel, dus gewoon als amusement. In Engelstalige landen zijn deze soort spellen grotendeels onbekend. Tarotkaarten worden daar hoofdzakelijk gebruikt voor waarzeggerij en andere esoterische toepassingen. Occultisten noemen de troeven (samen met de Nar) "de grote Arcana", terwijl de tien genummerde kaarten en de hofkaarten van elke kleur "de kleine Arcana" worden genoemd. De kaarten worden door sommige occulte schrijvers teruggevoerd op het oude Egypte of de Kabbala maar voor deze oorsprong is geen enkel bewijs voorhanden zodat het speculatie blijft. Evenmin kan worden bewezen dat vóór de 18e eeuw tarot reeds voor voorspelling werd gebruikt, al lijkt het wel waarschijnlijk dat de sterk aansprekende taferelen daartoe moeten hebben geïnspireerd.
|
Arnaldus de Villa Nova (ook wel Arnaldus de Villanueva, Arnaldus Villanovanus, Arnaud de Ville-Neuve of Arnau de Vilanova), (1235 Valencia - 1311 Genua) was een 14e eeuws alchemist, astroloog en arts. LevenArnaldus de Villa Nova was waarschijnlijk van Catalaanse afkomst. Hij studeerde scheikunde, geneeskunde, fysica en ook Arabische filosofie. Na aan het hof van Aragón te hebben verbleven, ging hij naar Parijs, waar hij grote bekendheid verwierf. Hij haalde zich daar echter ook de vijandschap van de geestelijken op de hals en was gedwongen te vluchten. Uiteindelijk verkreeg hij asiel in Sicilië. Omstreeks 1313 werd hij door paus Clemens V, die ziek was, ontboden naar Avignon, maar hij stierf op de reis erheen.
|
Een amulet of talisman of fetisch is een voorwerp waarvan wordt geloofd dat het bescherming zou bieden tegen gevaar, ziekte en ongeluk. Een onderscheid dat al eens gemaakt wordt, is dat een amulet negatieve krachten afweert en dat een talisman positieve krachten aanwendt en zelfs van op afstand kan werken. Veel gebruikt als amulet zijn: (edel)stenen, muntjes, tekeningen, ringen, religieuze objecten (Oog van Horus, christelijk kruis, boeddhabeeldje), planten (bijv het klavertjevier, zie ook afweerkruid) en (delen van) dieren. Zelfs woorden worden gebruikt als 'amulet'; het Latijnse "Vade retro, Satanas" of de Troonvers bijvoorbeeld. Hoewel het begrip eenzelfde soort voorwerp aanduidt, ligt de nadruk bij een amulet meer op bescherming en het behoeden voor gevaar. Een talisman doet hetzelfde maar is daar afgeleid van ook een geluksbrenger in de ogen van de gebruikers. |