[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Stikstoftrichloride

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stikstoftrichloride
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van stikstoftrichloride
Structuurformule van stikstoftrichloride
Algemeen
Molecuul­formule NCl3
IUPAC-naam stikstoftrichloride
Andere namen trichlooramine, trichloornitride
Molmassa 120,3657 g/mol
SMILES
N(Cl)(Cl)Cl
InChI
InChI=1/Cl3N/c1-4(2)3
CAS-nummer 10025-85-1
EG-nummer 233-045-1
PubChem 61437
Wikidata Q409473
Beschrijving Gele olieachtige vloeistof met een prikkelende geur
Fysische eigenschappen
Aggregatie­toestand vloeibaar
Kleur geel
Dichtheid 1,653[1] g/cm³
Smeltpunt −40[1] °C
Kookpunt 71[1] °C
Goed oplosbaar in koolstofdisulfide, benzeen, chloroform[2]
Thermodynamische eigenschappen
ΔfHol 229 kJ/mol
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Stikstoftrichloride is een anorganische verbinding van stikstof en chloor, met als brutoformule NCl3. De stof komt voor als een gele olieachtige vloeistof met een prikkelende geur, die ontleedt bij contact met water. Stikstoftrichloride is een explosieve verbinding.

Pierre Louis Dulong ontdekte stikstoftrichloride in 1811 toen hij experimenteerde met chloorgas en ammoniumchloride.[3] Bij een explosie van de stof verloor hij een oog en drie vingers.[4]

Stikstoftrichloride wordt vastgesteld in zwembaden, waar het ontstaat door reactie van dichloor met ureum, afkomstig van de menselijke stofwisseling (urine).[5]

Stikstoftrichloride kan bereid worden uit ammoniumzouten en chloorgas of waterstofhypochloriet.[3][6] Bereiding is ook mogelijk uit watervrij ammoniak en een overmaat chloorgas:[7]

Als er een overmaat ammoniak gebruikt wordt in plaats van chloor, dan ontstaat er ammoniumchloride:

Stikstoftrichloride ontleedt bij de geringste beroering explosief in stikstofgas en chloorgas:

Ook verhitting tot boven 60 °C leidt tot explosieve ontleding.[1]

In water ontleedt de stof langzaam tot stikstofgas, hypochlorigzuur en zoutzuur.[8]

Vroeger werd stikstoftrichloride toegepast bij het bleken van meel. Dat meel bleek echter neurotoxische effecten te veroorzaken bij dieren ten gevolge van de vorming van het giftige methioninesulfoximine.[9]