Glos (tekst)
Een glos of glosse, van het Griekse γλώσσα, is een aantekening die bij een andere tekst is geschreven.
Glossen geven vaak een commentaar op de tekst, waardoor deze beter te begrijpen is. In de Oudheid, toen men boekrollen gebruikte, gebeurde dit nog door het commentaar midden in de tekst toe te voegen (interlineair), waardoor het bij een volgende kopie onduidelijk werd wat nu de originele tekst geweest was. Op het eind van de Keizertijd werden echter steeds vaker codices gebruikt, echte boeken met pagina's.
In oude handschriften hield men rekening met dit soort opmerkingen door het gebruik van extra brede marges. In de middeleeuwen werden de werken die uit de Klassieke Oudheid waren overgebleven op deze wijze vaak steeds verder becommentarieerd.
Deze brede marges vinden we ook terug in de oudste gedrukte boeken. In oude geschriften kan men rondom een korte tekst die midden op de pagina is geplaatst soms een hele reeks glossen vinden, van binnen naar buiten in chronologische volgorde geplaatst. Dit kan ook in een gedrukt boek zo zijn geordend. De commentaren, zoals die op de Codex Justinianus, droegen zo bij aan de verdere ontwikkeling van bepaalde theologische, juridische, filosofische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Later gebruikte men hiervoor (voet)noten. Ook de rabbijnse literatuur, met name de Talmoed, is op deze wijze in de loop der eeuwen voorzien van een meervoudige glossering.
Glossarium
Een verzameling of lijst van - met name taalkundige - glossen wordt een glossarium (mv. glossaria) genoemd. Het werkwoord is "glosseren", het aanbrengen van glossen. Het geheel van glossen op een juridische tekst noemde men in de middeleeuwen een apparatus, ongeveer te vertalen als commentaar.
Marginaal
Door hun plek in de marge wordt ook wel gesproken van marginalia, marginale opmerkingen. Dit heeft tegenwoordig een andere connotatie gekregen. Daarom wordt een spottende opmerking ook wel een glos genoemd.