[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Nijmegen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is de huidige versie van de pagina Nijmegen voor het laatst bewerkt door Agora (overleg | bijdragen) op 23 okt 2024 00:48. Deze URL is een permanente link naar deze versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Zie Nijmegen (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Nijmegen.
Nijmegen
Nimwèège
Gemeente in Nederland Vlag van Nederland
Locatie van de gemeente Nijmegen (gemeentegrenzen CBS 2016)
Situering
Provincie Vlag Gelderland Gelderland
COROP-gebied Arnhem/Nijmegen
Coördinaten 51° 50′ NB, 5° 52′ OL
Algemeen
Oppervlakte 57,63 km²
- land 53,09 km²
- water 4,54 km²
Inwoners
(1 januari 2024)
187.011?
(3523 inw./km²)
Bestuurs­centrum Nijmegen
Belangrijke verkeersaders A15 A73E31 A325 A326 A783 N324 N325 N326 N842 N844 S100
Politiek
Burgemeester (lijst) Hubert Bruls (CDA)
Economie
Gemiddeld inkomen (2019) € 25.700 per inwoner
Gem. WOZ-waarde (2019) € 233.000
WW-uitkeringen (2014) 39 per 1000 inw.
Overig
Postcode(s) 6500-6546, 6663
Netnummer(s) 024
CBS-code 0268
CBS-wijkindeling zie wijken en buurten
Amsterdamse code 11209
Website www.nijmegen.nl
Bevolkingspiramide van de gemeente Nijmegen
Bevolkingspiramide (2023)
Portaal  Portaalicoon   Nederland
Nijmegen

Nijmegen (uitspraak) (in het Nijmeegs: Nimwèège, Duits: Nimwegen, Latijn: Noviomagus, Frans: Nimègue, Spaans en Italiaans: Nimega) is een stad en gemeente in de Nederlandse provincie Gelderland, dicht bij de grens met Duitsland. De gemeente telt 187.011 inwoners (1 januari 2024) en is qua inwonertal de grootste gemeente van Gelderland en daarnaast de tiende van Nederland.[1]

De stad ligt grotendeels op de zuidelijke oever van de Waal, aan de voet van een stuwwal. Een deel van de bebouwing van de stad ligt op een spoelzandwaaier die ook uit diezelfde gletjsters uit de Saalienijstijd is ontstaan. Na de Tweede Wereldoorlog breidde de stad zich naar het zuiden en westen uit. Eind jaren negentig volgde de uitbreiding naar het noorden, de rivier over: de zogenoemde Waalsprong. In het gebied rond en tussen de reeds bestaande dorpen Lent, Ressen en Oosterhout is vanaf eind jaren negentig veel nieuwbouw gepleegd.

Nijmegen heeft een lange geschiedenis die meer dan 2000 jaar teruggaat. Als Ulpia Noviomagus Batavorum kreeg het rond het jaar 100 marktrechten. In 1230 werd Nijmegen vrije rijksstad en in 1402 hanzestad. Nadat Nijmegen tussen 1655 en 1679 al eens een Kwartierlijke Academie huisvestte, is de stad sinds de komst van de Katholieke Universiteit (sinds 2004 beter bekend als de Radboud Universiteit) in 1923 een universiteitsstad.[2] De gemeente is aangesloten bij het samenwerkingsverband Euregio Rijn-Waal. Van oudsher maakt Nijmegen met enkele andere gemeentes in de omgeving, zoals Wijchen, Beuningen en Berg en Dal, deel uit van het Rijk van Nijmegen.

De Latijnse term Noviomagus kan worden teruggevoerd op de Keltische woorden magos ('vlakte' of 'markt') en novio ('nieuw'). De Romeinen latiniseerden dit vervolgens tot Noviomagus. Ze gebruikten deze term als toponiem om verschillende steden mee aan te duiden. Nijmegen werd Ulpia Noviomagus Batavorum genoemd. In de tijd van Karel de Grote heette de stad Numaga, dat mettertijd in Nieumeghen ('Nieuw-megen') of Nymegen veranderde.

Zie Geschiedenis van Nijmegen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nijmegen behoort tot de steden die zich "oudste stad van Nederland" noemen en vierde in 2005 zijn 2000-jarig bestaan.[3] Tijdens het Romeinse Rijk was Nijmegen onderdeel van de Limes, de grens tussen het Romeinse Rijk en de verschillende zogenaamde Germaanse gebieden. In Nijmegen was van 71 tot 104 het 10e legioen van de Romeinen gelegerd. Er is tijdens het Romeinse bewind een groot fort (castrum) gebouwd op een heuvel aan de Waal, een paar onderdelen zijn daar nog van over. Er worden ook nog regelmatig opgravingen gedaan waarbij Romeinse restanten worden gevonden. Langs de Waal waar nu het Waterkwartier ligt ontstond een nieuwe nederzetting die van de Romeinse keizer Trajanus (oorspronkelijk van Itálica, Spanje) tussen 98 n.Chr. en 102 n.Chr. onder de naam Ulpia Noviomagus Batavorum stadsrechten kreeg.

De stad werd gevormd als handelsnederzetting naast het Romeinse castrum. Dit bood een voordeel omdat de markt daardoor door de legionairs beschermd kon worden en bovendien omdat de legionairs ook vele goederen nodig hadden, waar ze bovendien een goede prijs voor konden betalen, omdat ze een redelijk salaris ontvingen. De naam Nijmegen is dan ook afgeleid van de Latijnse aanduiding Novio-magus, wat nieuwe markt betekent. De Romeinen verlieten echter in de 3e eeuw het fort.

Overigens zijn er ook nu nog duidelijke sporen te vinden van deze rijke geschiedenis van Nijmegen. Zo heet het grote verkeersplein ten zuiden van de Waalbrug sinds 1956 het Keizer Traianusplein. Tussen dat plein en de Waal staan nog steeds enkele ruïnes en ook op de heuvel bij de Waal staat nog steeds een verdedigingstoren Belvedère, ook al is die natuurlijk heel wat jonger dan het eerder genoemde Romeinse castrum.

Van Frankische tijd tot twintigste eeuw

[bewerken | brontekst bewerken]
Gezicht op de Waal en de Valkhofburcht; Jan van Goyen, 1641.

Aan het begin van de vijfde eeuw verdwenen de Romeinen uit Nijmegen. Hoewel schriftelijke en archeologische bewijzen ontbreken, wordt aangenomen dat het fort, de nederzetting en de omgeving in Frankische handen komen. Omdat van Karel de Grote gezegd wordt dat hij een palts bij Nijmegen liet bouwen, wordt de stad weleens aangeduid als Keizerstad. Hij zou rond 770 op het Valkhof een palts (paleis) hebben laten bouwen en hier meerdere malen het Paasfeest hebben gevierd, onder andere in 777, maar ook in 804 en 808. De Frankische geschiedschrijver Einhard zegt dat Karel de Grote een palatium bouwde in Noviomagum aan de Vahalem, een rivier die ten zuiden van het eiland der Bataven stroomt. Dat het hier om Nijmegen gaat, wordt vaak verdedigd[4] en is ook zeer aannemelijk. Ook Karels zoon, Lodewijk de Vrome, zou vaak in Nijmegen hebben verbleven. De Noormannen namen echter de palts rond 880 in. Dit leidde bij hun vertrek tot de vernietiging ervan. De stad staat dan inmiddels bekend onder de naam Numaga. Onderaan de heuvel aan de Waal bevond zich een handelsnederzetting.

De palts speelde een belangrijke rol tijdens de Ottoonse en de Salische tijd. Keizer Otto III werd geboren in het Ketelwoud onderweg van Aken naar de palts in Nijmegen. In 991 overleed in de palts keizerin Theophanu, van oorsprong een Byzantijnse prinses. Rond 1030, wellicht al in 996, werd in de palts de Sint-Nicolaaskapel gebouwd, een van de weinige overgebleven romaanse bouwwerken in Nederland. De kapel is gebouwd naar het voorbeeld van de Karolingische paltskerk in Aken. In 1047 werd de palts tijdens een opstand tegen keizer Hendrik III platgebrand door Godfried II van Opper-Lotharingen. Daarna komt een voorlopig einde aan de keizerlijke bezoeken aan Nijmegen.

Kaart uit 1591 van het Beleg van Nijmegen.

In de Middeleeuwen werd de stad een aanzienlijk centrum. In 1155 liet Frederik Barbarossa zijn burcht het Valkhof voltooien. In de gevelsteen die hij liet aanbrengen staat de geschiedenis vermeld. In 1230 verwierf de stad formeel haar stadsrechten. In 1247 kwam de stad in handen van de graven van Gelre. Aanvankelijk werd zij door Rooms-koning Willem van Holland in onderpand gegeven aan de Gelderse graaf Otto II, maar omdat Willem II door financiële problemen zijn schulden niet kon aflossen, bleef de stad Gelders bezit en werd zij spoedig de voornaamste van de vier Gelderse hoofdsteden. Bovendien werd zij een Hanzestad. In 1543 echter kwam Nijmegen, zoals ook de rest van Gelre, onder Habsburgs bestuur.

De Reformatie werd in Nijmegen positief ontvangen. Protestanten en rooms-katholieken hadden in 1566 dan ook gelijke rechten, maar in 1579 werden de rollen omgekeerd en waren het de katholieken die onderdrukt werden. Het is niet onwaarschijnlijk dat dit mede aanleiding vormde voor Zijne meest katholieke koning van Spanje tot een campagne tegen de opstandige noordelijke gewesten (d.w.z. de Nederlanden).

Gezicht op de haven van Nijmegen; Jan van Goyen, 1638-1653.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Nijmegen een aantal malen belegerd. Op 16 maart 1585 zond Nijmegen een gezant naar Alexander Farnese, de hertog van Parma, om tot een overeenkomst te komen,[5] waardoor de hervormden en protestanten hun net verworven rechten weer verloren. Tijdens het tweede Beleg van Nijmegen in 1591 werd Nijmegen door Prins Maurits heroverd.

Later werd Nijmegen van 1672 tot 1674 bezet door de Fransen, maar de rust werd in 1678 weer hersteld door de vrede van Nijmegen waarmee de vrede tussen de Republiek der Nederlanden en Frankrijk werd besloten.

Nijmegen had in de 14e eeuw al een haven. Deze werd in 1601-1604 verlegd en uitgebreid. Omstreeks 1852 werd de huidige Waalhaven aangelegd, waarna de oude haven werd gedempt.[6]

In het kader van de katholieke emancipatiebeweging kreeg Nijmegen in 1923 een universiteit met rooms-katholieke signatuur, de huidige Radboud Universiteit.

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]
De zwaar getroffen stad in 1945.

De laatste keer dat Nijmegen in de vuurlinie van een oorlog lag, was in de Tweede Wereldoorlog. In mei 1940 was het de eerste Nederlandse stad die in Duitse handen viel. De stad heeft in de oorlog grote schade geleden. Op 22 februari 1944 vielen er honderden doden bij een geallieerd (Amerikaans) bombardement op de binnenstad, waarbij met name het centrum en het station zwaar werden getroffen.[7][8] In september 1944 werd er tijdens operatie Market Garden zwaar gevochten in en rondom de stad om de Waalbrug onbeschadigd in handen te krijgen en te houden, wat de Britten en Amerikanen uiteindelijk lukte (zie ook De Oversteek).

Verwoeste gebouwen in het centrum van Nijmegen na de bevrijding in september 1944.

Het als gevolg van het Amerikaanse bombardement ontstane Plein 1944 is na de oorlog lang goeddeels onbebouwd gebleven. Sinds 2013 staan er appartementencomplexen en een parkeergarage onder het plein. Tijdens de aanleg stuitte men op resten van een oude stadsmuur die te bezichtigen is in de fietsenkelder onder het plein.

Zie Bombardement op Nijmegen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Indisch Nijmegen

[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1890 tot 1940, was Nijmegen, na Den Haag, de belangrijkste 'Indische' stad. De Europese tak van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), de Koloniale reserve, had sinds 1890 Nijmegen als standplaats. Vanaf 1911 betrokken ze de Prins Hendrikkazerne. De Koloniale Reserve stond aan de basis van de Nijmeegse Vierdaagse. De eerste editie, die in 1909 door de Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (NBvLO) werd georganiseerd, had nog een andere opzet dan tegenwoordig. Drie jaar later vertrok de Vierdaagse vanuit Utrecht. Op de derde dag liepen de deelnemers toen vanuit Ede via de Betuwe naar Nijmegen om daar vervolgens in de Prins Hendrikkazerne, thuisbasis van de Koloniale Reserve, te overnachten. Op de laatste dag werd er gewandeld door de omgeving van Nijmegen en was de kazerne opnieuw het eindpunt.[9] In 1928 werd voor het eerst een Vlaggenparade gehouden als officiële opening van de Vierdaagse. Ook deze traditie werd ingevoerd door de Koloniale Reserve. De parade werd gehouden op het binnenterrein van de Prins Hendrikkazerne en later op het exercitieterrein. Militair tehuis Insulinde, voor terugkerende KNIL militairen, werd in 1918 in Hees gesticht. In 1951 werd de Koloniale Reserve opgeheven.

De stad met zijn fraaie singels en woonhuizen trok Oud Indiëgangers als planters, bestuursambtenaren en industriëlen aan. Zij lieten kapitale villa's bouwen, vooral in de wijk Hunnerberg, in de dorpen Hees en Hatert en langs de uitvalswegen. Een mooi voorbeeld is de villa Padang op de Groesbeekseweg 181, en Villa Salatiga. Ook in Beek en Ubbergen verrezen landhuizen, rond 1900 werd een villawijk vernoemd naar generaal Joannes Benedictus van Heutsz, die na de verovering van Atjeh als eerste Nijmegen aandeed.[10]

Nijmegen kent twee buurten waar de straatnamen verwijzen naar het Indische verleden. De Javabuurt, uit de jaren 20 van de twintigste eeuw, ligt aan de noordkant van de wijk Galgenveld. Deze buurt is beschermd stadsgezicht. Tussen 2015 en 2018 is een nieuwe wijk, Batavia, verrezen nabij de Waal, waar de straten zijn vernoemd naar Indische Nijmegenaren.

Na de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]
Bioscoopjournaal uit 1948. Nijmegen herrijst na de Tweede Wereldoorlog. Beelden van diverse nieuw- en herbouwbouwprojecten die, in het kader van de wederopbouw, zijn opgestart.

Door verwaarlozing en armoede was de Benedenstad (het deel van het centrum dat in het lage deel, aan de Waal, is gelegen) na de bouw van de Waalbrug in verval geraakt. Hoewel de Benedenstad min of meer gespaard bleef voor de oorlogshandelingen, was de toestand van dit stadsdeel door de vele reeds gesloopte panden en slechte woonomstandigheden (verkrotte, onbewoonbaar verklaarde panden, huizen zonder sanitair e.d.) zodanig, dat na jarenlange discussies en plannenmakerij in 1972 besloten werd tot grootschalige sloop en herbouw. In 1975 is de Benedenstad uitgeroepen tot beschermd stadsgezicht, maar toen waren de meeste middeleeuwse panden al gesloopt. Slechts (delen van) enkele straten zijn nog oorspronkelijk gebleven en gerestaureerd.

In de jaren zestig en zeventig kreeg Nijmegen het imago van rode stad. Er waren in die jaren veel marxisten te vinden die door de relatief grote populatie aan studenten erg opvielen. Een gewelddadige confrontatie tussen de linkse krakers en het Nijmeegse bestuur vond plaats in februari 1981, de Piersonrellen.

Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de stad zich flink uitgebreid in westelijke en vooral zuidwestelijke richting. De dorpen Hatert, Hees en Neerbosch en het gehucht Brakkenstein werden opgeslokt door stadswijken met dezelfde naam. De belangrijkste uitbreiding was de bouw van 10.000 woningen in Dukenburg (vanaf 1966) en 6000 in Lindenholt (vanaf 1977), ten westen van het Maas-Waalkanaal. Aanvankelijk wilde de gemeente niet aan de westzijde van het Maas-Waalkanaal bouwen, maar in de Ooijpolder. In 1951 waren er al plannen voor de bouw van 17.000 woningen in dit gebied ten oosten van het centrum. Na veel protest tegen de bebouwing van de landschappelijk waardevolle polder werden de plannen voor bebouwing van de Ooijpolder in 1970 definitief geschrapt.[11]

De structuur van de stad werd zo zeer onevenwichtig: het centrum lag in het noordoosten en de stadsuitbreidingen vonden tot 7 kilometer daarvandaan in zuidelijke en westelijke richting plaats. Lang was de Waal een onneembare barrière die de noordgrens van de bebouwing bepaalde. Vanaf het einde van de jaren 90 heeft de stad zich sterk uitgebreid ten noorden van de Waal, op de Vinex-locatie Waalsprong. Hier zullen uiteindelijk zo'n 19.000 woningen verrijzen.

In de periode 2010-2025 wordt een nieuwe wijk, het Waalfront, gebouwd op de locatie van het oude haven- en industriegebied dat grenst aan de Waterkwartier en de Waal.

Bevolkingsgroei van Nijmegen
Jaar Inwoners[12]
1995 147.561
1996 147.631
1997 147.172
1998 150.542
1999 151.924
2000 152.286
2001 153.636
2002 154.581
2003 156.308
2004 157.473
2005 158.215
2006 159.556
2007 160.962
2008 161.358
2009 161.884
2010 163.112
2011 164.540
2012 165.253
2013 166.382
2014 168.344
2015 170.943
2016 172.073
2017 173.540
2018 175.904
2019 176.703
2020 177.687
2021 177.407
2022 179.163
2023 182.657

Aan het begin van de 19e eeuw telde Nijmegen slechts een goede 10.000 inwoners. In 1875 was dit aantal meer dan verdubbeld tot ongeveer 24.000 en tegen de eeuwwisseling was het inwonertal opgelopen tot 44.000. In het laatste kwart van de 19e eeuw is de bevolking dus bijna verdubbeld.

De grote groei deed zich echter voor in de 20e eeuw. Vlak na de Eerste Wereldoorlog liep Nijmegen naar 70.000 inwoners, een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog overschreed het reeds de 110.000 inwoners. De 150.000e inwoner werd in 1971 ingeschreven, maar door daling van de gezinsgrootte en gelijkblijvende woningvoorraad trad toen een stagnatie en zelfs bevolkingsdaling op (op 1 januari 1995 telde Nijmegen 147.561 inwoners en 65.020 woningen), die pas in opwaartse zin werd doorbroken bij de overgang naar de 21e eeuw, door grootschalige nieuwbouw ten noorden van de stad en de vele studenten van de Radboud Universiteit.

Nijmegen groeit sindsdien langzaam maar gestaag verder. De gemeente Nijmegen verwacht dat in 2020 het inwoneraantal tussen de 181.000 en 187.000 ligt.[13]

Aantal inwoners per stadsdeel:

Stadsdeel 1995 2000 2005 2007 2016
Nijmegen-Centrum 8.506 8.709 9.274 9.307 11.557
Nijmegen-Oost 30.917 30.974 32.388 32.619 34.977
Nijmegen-Oud-West 13.076 12.971 12.766 13.316 13.980
Nijmegen-Nieuw-West 15.792 16.093 16.401 16.200 16.775
Nijmegen-Midden 17.220 17.859 18.150 18.113 18.925
Nijmegen-Zuid 20.749 21.934 22.795 22.528 23.406
Dukenburg 25.071 23.755 23.499 23.188 22.113
Lindenholt 16.230 16.242 16.121 15.703 14.949
Nijmegen-Noord - 3.715 6.790 9.986 15.408
Stadsdeel onbekend - 34 31 2 6
Grote of Sint-Stevenskerk met de Lange Hezelstraat en het Joris Ivensplein.
Grote Markt.
Nijmegen, monumentale panden voor Sint Stevenskerk.
Concertgebouw de Vereeniging.
Aankomst van de deelnemers van de Vierdaagse Nijmegen 2019 op de Via Gladiola.

Nijmegen kent van oudsher een rijk en bloeiend cultureel leven. Belangrijke culturele instellingen zijn:

Bezienswaardigheden en monumenten

[bewerken | brontekst bewerken]

Kaart van het oude centrum van Nijmegen (2017), met bezienswaardigheden.

Romeins masker aan de Waal.
Waaggebouw.

Een deel van Nijmegen is een beschermd stadsgezicht, de Benedenstad, samen met een deel van de 19e-eeuwse stadsuitleg.

Ook zijn er een aantal oorlogsmonumenten in Nijmegen, zie: Lijst van oorlogsmonumenten in Nijmegen.

Belvédère, Hunnerpark
Barbarossa-ruïne, Valkhof
Voetbrug Hunnerpark 1883
Kronenburgerpark
Heerlijkheid Beek

In de directe omgeving van de stad Nijmegen treft men natuurgebieden aan met een grote verscheidenheid aan landschapstypen: langs de Waal en de Maas uiterwaarden met slingerende dijken, plassen en weilanden, glooiende stuwwallen begroeid met gemengde bossen en in de dalen een beekvegetatie, moerassige graslanden, heidevelden en schrale blauwgraslanden.[14]

Muzikale verenigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Uitgaansleven

[bewerken | brontekst bewerken]
Horeca met terrassen in de Molenstraat.

Als studentenstad kent Nijmegen een levendig uitgaansleven en heeft sinds 2010 ook een nachtburgemeester. Vele (eet)cafés en restaurants bevinden zich aan de Grote Markt en het Koningsplein en ook de Molenstraat is een belangrijke uitgaansstraat met onder meer een vestiging van de vroegere caféketen De Drie Gezusters.

Een bekende grote discotheek was The Matrixx (later Monte Carlo) aan de Wijchenseweg. Het pand werd bij een brand in 2016 grotendeels verwoest[16] en in 2018 gesloopt.[17]

De homohoreca was sinds de jaren tachtig geconcentreerd in de Van Welderenstraat, maar daar zit alleen nog bar De Regenboog (voorheen Thomtom en 't Bakkertje). Elders in de stad zit er nog danscafé Marcus-Antonius.

De prostitutie in Nijmegen omvat raamprostitutie aan de Nieuwe Markt en een tippelzone aan de Nieuwe Marktstraat, beide nabij het Kronenburgerpark.

De stad telt ook een aantal coffeeshops.

Nijmegen is sinds jaar en dag een 'roze' stad met naar schatting 10.000 lhbt-inwoners (ruim 6% van het inwonersaantal), een reeks van homobars en een actieve homobeweging met het Roze Huis Nijmegen als enige onafhankelijke roze huis in Nederland en DITO! als grote homojongerenorganisatie.[18] Eind jaren zeventig ontstond de Nijmeegse Potten en Flikker(s)dag (NPFD), die uitgroeide tot een meer divers meerdaags evenement en in 2002 werd omgedoopt tot Roze Meifeest.

Na antihomoseksueel geweld tijdens de Vierdaagsefeesten van 1983 werd in het daaropvolgende jaar de landelijke Roze Zaterdag in Nijmegen gehouden en kwam de gemeente in 1987 met een eerste nota voor homo- en lesbisch beleid. In 1988 was Nijmegen de eerste gemeente in Nederland die een klankbordgroep instelde om over homo- en lesbische kwesties te adviseren. Vanuit de lokale homohoreca was ondertussen een eigen roze straatfeest tijdens de Vierdaagse opgezet, de Roze Woensdag. In deze periode ontstond ook het Lesbisch Archief Nijmegen, het enige onafhankelijke archief in haar soort in geheel Nederland. Ook De Feeks, een boekhandel, café en documentatiecentrum was vlak daarvoor, in 1977, opgericht. Door dit alles kwam Nijmegen in de jaren 1980 ook wel bekend te staan als een zeer links feministische stad én een 'lesbisch paradijs'.[19][20]

Sinds 2001 is landelijk het homohuwelijk gelegaliseerd. In de 20 jaar daarna trouwden in Nijmegen 330 stellen van hetzelfde geslacht. Die stellen bestonden uit 400 vrouwen en 260 mannen. Daarmee bereikte Nijmegen landelijk de derde plaats voor het aantal voltrokken homohuwelijken. Enkel Amsterdam en Zandvoort bleven Nijmegen voor.[21] In 2005 werd de Roze Zaterdag voor de tweede keer in de stad gehouden en sinds 2008 is Nijmegen een zogeheten Regenboogstad.[22] Als variant op het elders gebruikelijke regenboogpad werden in 2015 de Veerpoorttrappen met een kunstzinnige beschildering omgevormd tot een regenboogtrap.[23]

Gezondheidszorg

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Onderwijs in Nijmegen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nijmegen kent een aantal basisscholen en scholen en colleges voor het middelbaar onderwijs. Er zijn verschillende instituten van de HAN University of Applied Sciences (HAN) en er is een regionaal opleidingencentrum (ROC) gevestigd. De Radboud Universiteit (RU) is in Nijmegen sinds 1923 gelegen.

Interieur van de Stevenskerk.

Hoogstwaarschijnlijk werd er begin 7e eeuw een eerste kerkje gebouwd op het Valkhof,[24] hetgeen enige indicatie geeft wanneer Nijmegen, dat in de oudheid een kruispunt van Keltische, Germaanse en Grieks-Romeinse mythologie was, zou zijn overgegaan op het katholieke christendom. In de Tachtigjarige Oorlog viel de stad om beurten in katholieke Spaansgezinde en protestantse Staatse handen, tot het Beleg van Nijmegen (1591) definitief ten gunste van de laatsten besliste, waarbij het katholicisme uit het openbare leven werd gebannen.

In de 17e eeuw was ongeveer 40% van de Nijmegenaren katholiek, wat na de door Franse revolutionaire veroveraars ingevoerde godsdienstgelijkheid weer uitgroeide naar 60% in 1800, 70% bij de opening van de Katholieke Universiteit Nijmegen in 1923 en midden 20e eeuw boven de 80%.[25] Vanaf de jaren 1960 seculariseerde Nijmegen snel, mede onder druk van de linkse studentenbeweging.[26]

Toeters en confetti voor kampioensteam bandy (Triavium).

De plaatselijke club uit het betaald voetbal is NEC Nijmegen, die uitkomt in de Eredivisie. De club speelt zijn thuiswedstrijden in het Goffertstadion. Quick 1888 is de enige Nijmeegse voetbalclub die ooit een grote prijs won (KNVB Beker 1949).

TBG Dragons is een voormalig eredivisiespeler. Daarnaast is er de club Wildcats Nijmegen.

Nijmegen heeft diverse succesvolle hockeyclubs. Zowel het heren- als het damesteam van NMHC Nijmegen spelen in de promotieklasse (vergelijkbaar met de Eerste Divisie bij voetbal) in het seizoen 2018/2019, terwijl de mannen en vrouwen van Union, evenals de vrouwen van HCQZ, in de overgangsklasse (de competitie onder de promotieklasse) spelen.

Nijmegen Devils is een Nederlandse professionele ijshockeyclub uit Nijmegen die uitkomt in de Eredivisie ijshockey en meervoudig landskampioen is. Zij spelen hun thuiswedstrijden in het Triavium.

In 2016 was Nijmegen start- en finishplaats van een etappe in de Giro d' Italia.

Politiek en bestuur

[bewerken | brontekst bewerken]
Het stadhuis van Nijmegen (links) rond 1900.
Het Nijmeegs College van B&W in vergadering (2017).

Nijmegen staat sinds de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw bekend als rode stad; de grote studentenpopulatie is daaraan zeker niet vreemd. Nijmegen dankt hieraan de bijnaam 'Havana aan de Waal'. VVD-prominent Frits Bolkestein sprak in de jaren 1990 nog van 'Marxograd aan de Waal'. Thans is het 'rode aspect' in sterk afgezwakte vorm herkenbaar aan een links stadsbestuur: Het college van B&W begon na de verkiezingen van 2002 met zes wethouders uit GroenLinks, PvdA en SP. In de periode 2002-2006 kende Nijmegen een college dat uit dezelfde politieke partijen was samengesteld en over 23 van de 39 raadszetels kon beschikken. Elke partij leverde twee wethouders. Vanaf 2018 bestaat de coalitie uit GroenLinks, D66 en SP, die samen 22 van de 39 zetels in handen hebben.

De burgemeester van Nijmegen is sinds 21 mei 2012 Hubert Bruls (CDA). Hij volgde Thom de Graaf op. Bruls' portefeuille bestaat uit de volgende onderwerpen: Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie en Citymarketing & Externe betrekkingen.

Gemeenteraad Nijmegen na 2022
Coalitie:
GroenLinks (9)
Stadspartij Nijmegen (7)
D66 (6)
Oppositie:
PvdA (4)
PvdD (4)
SP (3)
VVD (3)
CDA (2)
GewoonNijmegen.NU (1)
De behaalde zetels per partij bij de gemeenteraadsverkiezingen sinds 1974.
Partij 1974 1978 1982 1986 1990 1994 1998 2002 2006 2010 2014 2018 2022
GroenLinks[27] 4 3 6 5 6 6 8 9 6 8 8 11 9
Stadspartij Nijmegen[28] - - - - - - - 4 2 1 2 3 7
D66 - 2 2 2 5 7 2 1 2 6 7 6 6
PvdA 12 12 9 16 11 8 8 8 11 8 4 3 4
PvdD - - - - - - - - - - - 2 4
SP 2 2 3 2 2 4 6 6 7 5 8 5 3
VVD 6 4 6 4 3 4 5 4 4 4 4 4 3
CDA 15 16 13 10 12 9 7 5 5 3 2 2 2
Gewoon Nijmegen - - - - - - - - 1 2 2 1 1
Forum Voor Democratie - - - - - - - - - - - - -
DENK - - - - - - - - - - - - -
Piratenpartij - - - - - - - - - - - - -
50Plus - - - - - - - - - - - 1 -
Voor Nijmegen - - - - - - - - - - - 1 -
VSP - - - - - - 1 2 1 2 2 - -
De Groenen - - - - - 1 2 - - - - - -
Totaal 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39
Opkomst 56,6% 53,6% 52,4% 57,9% 54,1% 54,6% 57,1% 54,1%
Opmerkingen
  • Partijen als GroenLinks en Stadspartij Nijmegen bestonden vroeger uit andere partijen die later zijn samengegaan onder de huidige naam. Vanwege de vergelijkbaarheid is de huidige naam ook voor het verleden gebruikt.
  • In 1994 hadden De Groenen 1 zetel, en in 1998 2 zetels. Later werd de partij omgedoopt in Stadspartij Leefbaar Nijmegen, en later weer opgesplitst in Stadspartij en Fractie Van der Meer.

Bestuurlijke indeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De gemeenteraad heeft de gemeente Nijmegen met ingang van 1 januari 2007 onderverdeeld in 9 stadsdelen (CBS-wijken), die weer bestaan uit 44 wijken (CBS-buurten), namelijk:

Buitenlandse vertegenwoordigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

In Nijmegen hebben een drietal landen een vertegenwoordiging. Allen hebben een ondersteunende rol voor de eigen ambassade en zijn dan ook niet vrij toegankelijk voor het publiek. De drie vertegenwoordigingen zijn:[29]

Burgemeester Bruls over de gespannen stedenband met Gaziantep in maart 2017.

Nijmegen heeft de volgende partnersteden[31]:

In november 2006 werd door de burgemeesters van Gaziantep en Nijmegen het verdrag getekend dat de stedenband tussen de beide steden bevestigt. In maart 2017 kwam de stedenband tussen Nijmegen en Gaziantep onder druk te staan naar aanleiding van de zogeheten Turkijerel, een diplomatiek conflict tussen Turkije en Nederland over de campagne die ministers van de regering-Erdogan wilden voeren voor een voorstem in het Turks referendum over grondwetswijzigingen 2017. De gemeente Gaziantep heeft alle borden die verwijzen naar Nijmegen (op de Nijmegen-Boulevard in Gaziantep) laten verwijderen. Burgemeester Bruls vroeg om duidelijkheid over de toekomst van de stedenband; wat betreft het Nijmeegse gemeentebestuur blijft de naam van het Gaziantepplein in Nijmegen ongewijzigd.

Verder heeft Nijmegen vriendschapsbanden met:

Nijmegen kent ongeveer 50 sportverenigingen[32] alsmede aparte voorzieningen voor gehandicaptensport.

Verkeer en vervoer

[bewerken | brontekst bewerken]
Spoorwegmonument (1884)
Zie voor treinverbindingen en buslijnen het hoofdartikel Openbaar vervoer in Nijmegen.
De Waalbrug bij Nijmegen, gezien vanuit de haven.
Het Keizer Karelplein, met op de achtergrond de Stadsschouwburg Nijmegen.

Nijmegen is aangesloten op de volgende rijks- en provinciale wegen:

De Waal wordt in Nijmegen voor autoverkeer overbrugd door de oude - en sinds november 2013 - ook door de nieuwe Waalbrug. De nieuwe brug wordt De Oversteek genoemd, ter herinnering aan de heldhaftige oversteek die precies op de plek waar de brug is gebouwd, in september 1944 door het Amerikaanse 504th parachute infantry regiment van de 82nd airborne division werd uitgevoerd. Voor fietsers is er de Snelbinder. De oevers van het Maas-Waalkanaal worden verbonden door de Dukenburgsebrug, de Graafsebrug, de Hatertsebrug en de Neerbosschebrug alsmede het sluiscomplex Weurt.

Stads- en streekvervoer

[bewerken | brontekst bewerken]

Het stads- en streekvervoer per autobus wordt verzorgd door Breng. De lijn naar Gennep en Venlo wordt gezamenlijk geëxploiteerd samen met Arriva Personenvervoer Nederland. De lijn naar Uden wordt gezamenlijk geëxploiteerd met Arriva Personenvervoer Nederland uit Noord-Brabant. De lijn naar Druten en Tiel wordt gezamenlijk geëxploiteerd met Arriva uit Rivierenland.

Tot 2009 waren het stads-en streekvervoer van elkaar gescheiden. Novio verzorgde alleen het stadsvervoer. Hermes verzorgde de meeste streeklijnen, waarvan de lijnen in de richting van Arnhem in samenwerking met Connexxion.

In het verleden kende Nijmegen een tramnetwerk en een trolleybusnet, die in respectievelijk 1955 en 1969 uit de stad verdwenen. Een plan om vanaf 2015 een trambus tussen de wijk Waalsprong en de universiteit te laten rijden is inmiddels weer van de baan.

Daarnaast wordt er internationaal busvervoer aangeboden door Flixbus.

Station Nijmegen
Station Nijmegen Heyendaal

Nijmegen heeft vijf treinstations:

In Nijmegen beginnen de Intercity's naar Utrecht Centraal en verder. De Intercity's Zwolle - Arnhem Centraal - Roosendaal hebben een stop in Nijmegen. Vanuit Arnhem Centraal (en Zutphen) komen de Sprinters die naar Wijchen en 's-Hertogenbosch verder rijden. Vanuit Nijmegen beginnen ook de stoptreinen van Arriva naar Venray, Venlo en verder.

De spoorlijn naar Arnhem loopt over de Spoorbrug Nijmegen, die in 1879 gereed kwam.

Op 28 augustus 1979 vond in Nijmegen ter hoogte van de Muntweg een ernstig treinongeluk plaats met 8 doden en 37 gewonden. Een lege forensentrein uit Wijchen, die door een wisselstoring abusievelijk op het linkerspoor terecht was gekomen, botste frontaal op de stoptrein naar 's-Hertogenbosch. Onder de doden was ook de machinist van de stoptrein. Het ongeluk gebeurde 's avonds rond 18.05 uur.

Er bestond ook een spoorverbinding met Kleef. Deze is echter op 2 juni 1991 gesloten voor reizigersvervoer, omdat de exploitatie niet rendabel was. Tegenwoordig wordt deze verbinding verzorgd door bussen van de NIAG.

Nijmegen staat erom bekend dat er goede faciliteiten zijn voor fietsers. De fiets is dan ook een van de meest gebruikte vervoersmiddelen in de stad. Het RijnWaalpad is een 17 km lange fietssnelweg en verbindt Nijmegen met Arnhem. Het is de eerste snelfietsroute van de regio. Het is een vrijliggende snelfietsroute waar fietsers niet hoeven te wachten bij verkeerslichten. Verder lopen twee snelfietsroutes naar Beuningen (Batavierenpad) en naar Wijchen (Wijchen - Nijmegen).

Topografische kaart van de gemeente Nijmegen (2013).
Satellietfoto van Nijmegen en omgeving.

Nijmegen ligt 15 km ten zuiden van Arnhem, waarmee het de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen vormt. Een groot deel van de stad wordt in het noorden begrensd door de Waal, die bij Pannerden aftakt als zijrivier van de Rijn. Een klein deel van de gemeente, de Waalsprong, ligt ten noorden van de Waal.

Nijmegen heeft een binnenhaven (opgedeeld in Noord- en Oostkanaalhaven) aan het Maas-Waalkanaal, dat bij het noordelijkste punt van de stad aftakt van de Waal.

Bekende Nijmegenaren

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Lijst van Nijmegenaren voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nijmegen won onderstaande prijzen:

  • 2005 - Schoonste Stad van Nederland
  • 2008 - Meest gevarieerd winkelgebied van Nederland
  • 2011 - Waterfront Center Award 2011
  • 2016 - Fietshoofdstad van Nederland
  • 2016 - European Green Capital Award 2018[33]

De gemeente reikt zelf ook meerdere prijzen uit. Nijmegen kent sinds 2009 in gradatie de gemeentelijke onderscheidingen van:[34]

  • het Ereburgerschap
  • de Erepenning (draaginsigne Gouden Waalbrugspeld)
  • de Traianuspenning
  • de Zilveren Waalbrugspeld
  • Het Nijmeegs Kinderlintje

Daarvoor werden ook de De Nijmeegse Bliksem, de Bronzen Erepenning en de Gouden Waalbrugspeld uitgereikt.

De gemeente reikt tevens de culturele Karel de Grote-prijs en Cultuur Stimuleringsprijs Stad Nijmegen (voorheen Alcuinusprijs) uit en is participant in de Vrede van Nijmegen Penning.

Zicht op Nijmegen vanaf het Waalstrand (Lentereiland)
Zicht op Nijmegen vanaf het Waalstrand (Lentereiland)
Zicht op Nijmegen bij nacht vanaf Lent op de Veerdam
Zicht op Nijmegen bij nacht vanaf Lent op de Veerdam
Nachtfoto van Nijmegen genomen aan de kant van Lent
Nachtfoto van Nijmegen genomen aan de kant van Lent

Aangrenzende gemeenten

[bewerken | brontekst bewerken]
   Aangrenzende gemeenten   
 Vlag Overbetuwe Overbetuwe              Vlag Lingewaard Lingewaard 
           
 Vlag Beuningen Beuningen   Vlag Berg en Dal Berg en Dal 
           
 Vlag Wijchen Wijchen       Vlag Heumen Heumen        
  • Wim Janssen, Zuuk 't mar uut, Leven, Wonen en Werken in het Nijmeegs verleden, Uitgeverij Weekblad De Brug, Nijmegen, 1981.
  • Rene van Hoften, Franc Janssen, Wim Janssen, Huus toe, lillekerd, Liedjes en verhalen uit en over Nijmegen, Uitgeverij Dwarsstap, Nijmegen, 1980. ISBN 90-6168-953-8.
  • Paul Begheyn, Nijmeegse Biografieën, Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2004. ISBN 90-6550-838-4
  • Johannes Smetius, Nijmegen, stad der Bataven, SUN/Museum het Valkhof: Nijmegen, 1999. ISBN 90-6168-660-1 (vertaling van zijn Oppidum Batavorum, seu Noviomagum uit 1644)
  • Tijs Tummers, Architectuur in Nijmegen, Uitgeverij Thoth, Bussum, 1994. ISBN 90-6868-102-8
  • Roelof Koebrugge, Ach Lieve Tijd. Twintig eeuwen Nijmegen en de Nijmegenaren, Uitgeverij Waanders, Zwolle (1986). ISBN 90-6630-076-0
  • D. Verhoeven (red.) De Canon van Nijmegen, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen 2009 De Canon is ook digitaal beschikbaar, in meerdere talen
[bewerken | brontekst bewerken]
Op andere Wikimedia-projecten