Maagdenpalmfamilie
Sjabloon:Taxobox begin Sjabloon:Taxobox image Sjabloon:Taxobox begin placement Sjabloon:Taxobox regnum entry Sjabloon:Taxobox divisio entry Sjabloon:Taxobox classis entry Sjabloon:Taxobox ordo entry Sjabloon:Taxobox end placement Sjabloon:Taxobox section familia simple Sjabloon:Taxobox end
De maagdenpalmfamilie (Apocynaceae) is een familie van tweezaadlobbige planten. Het zijn vaak grote bomen uit het tropisch regenwoud, maar ook struiken en lianen. In gematigde streken komt ook een aantal kruidachtige planten voor. Deze planten bevatten melksap en veel soorten zijn bij inname giftig. Het verspreidingsgebied is grotendeels tropische tot warmere gematigde streken.
Het geslacht Apocynum werd door Indianen gebruikt voor de vervaardiging van vezels. Meerdere geslachten leverden rubber, weliswaar van mindere kwaliteit dan dat van de rubberboom. De San in Namibië maakten van het melksap van Pachypodium gif voor hun pijlen. Ook andere vertegenwoordigers van de familie leveren stoffen met een toxisch of farmacologisch effect, zoals alkaloïden en glycosiden. Veel soorten zijn in gebruik als sierplant.
In Nederland komt het geslacht maagdenpalm (Vinca) voor met de kleine maagdenpalm (Vinca minor). Het geslacht Engbloem (Vincetoxicum) kent in onze streken twee soorten.
De familie telt ruim 4500 soorten in meer dan 400 geslachten, waarvan de soortrijkste zijn:
- Alyxia
- Asclepias
- Brachystelma
- Caralluma
- Ceropegia
- Cynanchum
- Dischidia
- Ditassa
- Forsteronia
- Gonolobus
- Hoya
- Huernia
- Landolphia
- Mandevilla
- Marsdenia
- Matalea
- Melodinus
- Oxypetalum
- Parsonsia
- Prestonia
- Rauvolfia
- Secamone
- Stapelia
- Tabernaemontana
- Tylophora
De zijdeplantfamilie (Asclepiadaceae) uit het oudere Cronquist-systeem is in de hier gehanteerde APG II classificatie ondergebracht bij de maagdenpalmfamilie.