statussen/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van statussen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | statussen | te statussen | ||||||
toekomend | zullen statussen | te zullen statussen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gestatust | te hebben gestatust | ||||||
toekomend | gestatust zullen hebben | gestatust te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
statussend | gestatust | ev. status |
mv. verouderd statust |
statusse | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | status | statust | statust | statust | statust | statussen | statussen | statussen | |
verleden (o.v.t.) | statuste | statuste | statuste | statuste | statuste | statusten | statusten | statusten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal statussen | zult/zal statussen | zult/zal statussen | zult statussen | zal statussen | zullen statussen | zullen statussen | zullen statussen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou statussen | zou statussen | zou(dt) statussen | zoudt statussen | zou statussen | zouden statussen | zouden statussen | zouden statussen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gestatust | hebt gestatust | hebt/heeft gestatust | hebt gestatust | heeft gestatust | hebben gestatust | hebben gestatust | hebben gestatust | |
verleden (v.v.t.) | had gestatust | had gestatust | had gestatust | hadt gestatust | had gestatust | hadden gestatust | hadden gestatust | hadden gestatust | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gestatust hebben | zal/zult gestatust hebben | zult/zal gestatust hebben | zult gestatust hebben | zal gestatust hebben | zullen gestatust hebben | zullen gestatust hebben | zullen gestatust hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gestatust hebben | zou gestatust hebben | zou/zoudt gestatust hebben | zoudt gestatust hebben | zou gestatust hebben | zouden gestatust hebben | zouden gestatust hebben | zouden gestatust hebben |