knal
Uiterlijk
- knal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knal | knallen |
verkleinwoord | knalletje | knalletjes |
de knal m
- kort, hard en luid geluid als van een ontploffing
- We hoorden een knal en zagen een rookpluim.
- ▸ Na een gigantische knal vlak boven ons hoofd stonden de stoere jonge gasten binnen tien seconden ook binnen. Zelfs zij waren zich rot geschrokken van de klap, en beseften dat het nu menens was.[3]
- versterkend voorvoegsel (spreektaal) gebruikt als eerste deel van een samenstelling om de eigenschap van het tweede deel van de samenstelling te benadrukken of de kwaliteit ervan te versterken
- ▸ Jammer dat er geen knalfeest mocht zijn met publiek; in 2019 was het nog zwart van de mensen buiten en keek men in vijfentwintig bioscopen mee.[4]
- (bij kleuren) opvallend verzadigde en heldere schakering
Bij deze samenstellingen ligt de klemtoon op het tweede deel.- ▸ Ook wat de kleuren betreft, - de klare kleuren waarin de schilder zwelgt. Want heeft men ooit knalrood en karmozijn, zacht purper en oud goud, smaragd en amethyst, en wat niet van doorzichtige nuancen tusschen dat al, zich in stouter samenspel vloeiender ja stroomender zien voegen?[5]
1. kort, hard geluid
2. versterkend voorvoegsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | knal |
verbogen | (alleen predicaat) |
knal
- (jongerentaal) (verouderd) buitengewoon, geweldig (“vooral in jonge-meisjestaal”) [6]
- ▸ Zeg, 't lijkt me griezelig, as die man je kietelen wil.’ Ze stond stil en lachte. ‘Ik ben zanderig, 't is knal, 't is reuze.[7]
vervoeging van |
---|
knallen |
knal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knallen
- Ik knal.
- gebiedende wijs van knallen
- Knal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knallen
- Knal je?
- Het woord knal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ knal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Wim Daniëls125 jaar na Dik Trom : De groeiende invloed van jongerentaal in: Onze Taal , Jaargang 75 (2006), Genootschap Onze Taal, Den Haag, p. 53 op dbnl.org
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Maaike Bos“Wat hebben we met gezellig samen zijn en ondertussen elkaar naaien?” (25 oktober 2020) op trouw.nl
- ↑ Weblink bron Jan VethEen inleiding tot Rubens in: Onze Kunst, Jaargang 2 (1903), J.-E. Buschmann, Antwerpen / L.J. Veen, Amsterdam, p. 14 op dbnl.org
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Josef Cohen“In dezelfde spiegel” (1936 [derde druk]), Wereldbibliotheek, Amsterdam, p. 243 op dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knal | knalle |
knal
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Versterkend voorvoegsel in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Predicaatswoord in het Nederlands
- Jongerentaal in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans