gruwzaam
Uiterlijk
- gruw·zaam
- naamwoord van handeling van gruwen met het achtervoegsel -zaam [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gruwzaam | gruwzamer | gruwzaamst |
verbogen | gruwzame | gruwzamere | gruwzaamste |
partitief | gruwzaams | gruwzamers | - |
gruwzaam [2]
- afkeer en schrik opwekkend
- ▸ Het is even opmerkelijk dat de afschuwelijke moord op 20.000 varkens de meeste mensen koud laat, terwijl een stille tocht ter nagedachtenis aan de op gruwzame wijze omgekomen varkens en een protest tegen de beestachtige omstandigheden, waaronder varkens in megastallen hun miserabele leven leiden, op zijn plaats is.[3]
- ▸ Volgend jaar wordt het begin van het Twaalfjarig Bestand officieel herdacht. In de aanloop naar deze herdenking werd gisteren in het Nationaal Archief een standaardwerk over de Tachtigjarige Oorlog gepresenteerd. Een gruwzaam tijdvak, schreef tijdgenoot P. C. Hooft, „bitter van twist, wrang van wreedheid.”[4]
- Het woord gruwzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gruwzaam" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ gruwzaam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “’Stille tocht voor varkens?'” (31 jul. 2017), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “„Spannende periode uit de geschiedenis”” (07-11-2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be