ijzingwekkend
Uiterlijk
- ij·zing·wek·kend
- samenstelling van ijzing en wekkend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ijzingwekkend | ijzingwekkender | ijzingwekkendst |
verbogen | ijzingwekkende | ijzingwekkendere | ijzingwekkendste |
partitief | ijzingwekkends | ijzingwekkenders | - |
ijzingwekkend [1]
- angstaanjagend; waardoor je de koude rillingen over het lijf lopen
- Rechts zag ik een desolate, verwaarloosde recreatieruimte met krakkemikkige banken, een tv en een bar. We liepen weer rechtdoor een andere hal in en ik schrok van de gevangenen die nu pal naast me achter traliewerk stonden. Hun gesis en gelach was ijzingwekkend! De gevangenen zaten onder de littekens op hun gezicht en armen. Het kwam zo intimiderend en angstaanjagend over dat ik achteruit deinsde.[2]
- ongeëmotioneerd; heel rustig
- Ze sliepen in Slowakije in een tentje toen er een zware onweersbui losbrak. De boel afbreken en een schuilplek zoeken, verordonneerde Lansdorp. Beekman raakte in paniek, hij bleef ijzingwekkend kalm. Vanwege zijn scoutingervaring, denkt ze. [3]
- [1] ijzig
- [2] angstaanjagend, huiveringwekkend, gorgonisch
1. angstaanjagend; waardoor je de koude rillingen over het lijf lopen
- Het woord ijzingwekkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijzingwekkend" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oubelkas, Joseph400 brieven van mijn moeder 2011 ISBN 978-90-484-9014-1 pagina 33
- ↑ Casteren, Joris vanMensen op Mars 2016 ISBN 9789044628722 pagina 178
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be