[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

dikwandig

Uit WikiWoordenboek


dikwandige zalfpot
  • dik·wan·dig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dikwandig dikwandiger dikwandigst
verbogen dikwandige dikwandigere dikwandigste
partitief dikwandigs dikwandigers -

dikwandig [1]

  1. van iets dat het een dikke, afsluitende buitenlaag heeft
    • We leven in een zeer kwetsbare samenleving. Kerncentrales vormen met al hun beton en dikwandig staal welhaast ondoordringbare bunkers en behoren zo tot de veiligste industriële objecten. Voor het produceren van een nucleair wapen zijn geld en tijd nodig, geen kerncentrale. [2] 
    • Volgens de heer Arts zou het vinden van deze wormeieren duiden op het eten van bedorven voedsel. Dit nu is volstrekt onjuist. Beide parasieten hebben dikwandige eieren die via de faeces worden uitgescheiden. Na geruime tijd ontwikkelen ze tot een infectieus ei met daarin een larve. Deze infectieuze eieren zitten dus verspreid in de bodem of waar ze verder ook terecht komen, maar specifieke transmissie via voedsel is er niet. [3] 
    • Niet dat Mama Tandoori een culinaire roman is. Haar deegroller gebruikte Ernests moeder om ongewenste gasten mee te verjagen, niet om chapati’s uit te rollen. En hoe ze tandoorikip maakte in haar keukentje op de Jericholaan 81 in Kralingen, zonder tandoor, de dikwandige kleioven die met houtskool kan worden opgestookt tot 1200 graden Celsius, blijft voor de lezer een raadsel. [4] 
93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Tim van der Hagen 18 maart 2008 Rustig wachten kan niet meer
  3. NRC Dr. M. Eysker ParasitoloogFaculteit Diergeneeskunde 18 november 2006 Brabantse botten met breuken
  4. NRC Janneke Vreugdenhil 12 april 2010 Mama Tandoori
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be