assistentie
Uiterlijk
- Geluid: assistentie (hulp, bestand)
- as·sis·ten·tie
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘bijstand’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
- Naamwoord van handeling van assisteren met het achtervoegsel -entie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assistentie | - |
verkleinwoord |
de assistentie v
- het verlenen van hulp
1.
- Het woord assistentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "assistentie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "assistentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ assistentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be