asa

• Geluid:  asa    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈasa / (2 lettergrepen)

• asa

• (letterwoord) als en slechts als

1. (logica) dan en slechts dan als, enkel wanneer

   ▸ In de wiskunde wordt p⇔q vaak gelezen als ‘p als en slechts als q’, en men schrijft soms ook ‘p asa q’.^[1]

• ⇔
• desda (meer gangbaar in Nederland)

• Het woord 'asa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

asa

1. verouderde spelling of vorm van aste tot 2005 ^[1]

(verleden tijd van ase)

asa

1. verouderde spelling of vorm van ast tot 2005 ^[1]

(voltooid deelwoord van ase)

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈaːsɐ /

• asa

• [A] Samenhang met het Nynorske woord  jest zn  (Nederlands: gist)
• [B]: Waarschijnlijk beïnvloed door het Nederduitse woord  asen ww  (vuil werk uitvoeren) en het verouderde Nynorske woord  asne zn  'wear'

[A+B]: asa

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast ase, zie aldaar

[B]: asa

1. gebiedende wijs van ase

• [B]:  as ww 
• [B]:  ase ww 

• Noors:  as ww 

enkelvoud	meervoud
asa	asas

asa v

1. vleugel

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• a·sa

enkelvoud	meervoud
asa	asas

asa v

1. handvat, hengsel

• asa in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española

vervoeging van
asar

asa

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asar
2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asar

• IPA: /asa/

asa

1. genitief enkelvoud van as
2. accusatief enkelvoud van as

asa

1. staf, scepter