met ingang van
Uiterlijk
- Geluid: met ingang van (hulp, bestand)
- IPA: /ˌmɛtˈɪŋɣɑŋˌvɑn/
- met in·gang van
- vaste verbinding van met (voorzetsel), ingang (zelfstandig naamwoord) en van (voorzetsel)
met ingang van
- (formeel) vanaf, beginnende, aanvang hebbende
- U kunt met ingang van 1 maart van de woning gebruik maken.
- Het woord met ingang van staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.