status
Uiterlijk
- sta·tus
- [1] van Latijn status, in de betekenis van ‘stand, toestand’ aangetroffen vanaf 1745 [1] [2] [3]
- [2]: in de nieuwere betekenis ‘maatschappelijk aanzien’ via Engels status, aangetroffen vanaf 1959 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | status | statussen |
verkleinwoord | statusje | statusjes |
de status m
- (algemeen) plaats in een vast geheel of een bepaald proces
- (sociologie) aanzien in de maatschappij, hiërarchische positie
- Een hoge maatschappelijke status.
- Sociale status.
- (juridisch) maatschappelijke toestand of positie met bepaalde rechtsgevolgen
- Als zij de status van vluchteling krijgt, mag ze in het land blijven.
- (medisch) actueel overzicht van aandoeningen en behandelingen, dossier over patiënt in ziekenhuis
- Wat is de status van de patiënt?
- (internet) bericht over een bepaalde toestand, bijv. op sociale media
- De status van het bericht wordt weergegeven.
- ▸ Met status deel je tekst-, foto-, video- en GIF-updates die na 24 uur verdwijnen. Deze status is ook end-to-end versleuteld.[4]
|
|
1. plaats in een vast geheel of een bepaald proces
1.1 aanzien in de maatschappij
vervoeging van |
---|
statussen |
status
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen
- Ik status.
- gebiedende wijs van statussen
- Status!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen
- Status je?
- Het woord status staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "status" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "status" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ status op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het gebruik van status”, NS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: status (VS) (hulp, bestand)
- sta·tus
enkelvoud | meervoud |
---|---|
status | statuses |
status
- sta·tus
status m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | status | statūs |
genitief | statūs | statuum |
datief | statuī (statū) | statibus |
accusatief | statum | statūs |
vocatief | status | statūs |
ablatief | statū | statibus |
vervoeging van |
---|
stare |
status
- passief perfectum van stare
vervoeging van |
---|
sistere |
status
- passief perfectum van sistere
enkelvoud | meervoud | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | |
nominatief | status | stata | statum | statī | statae | stata |
genitief | statī | statae | statī | statōrum | statārum | statōrum |
datief | statō | statae | statō | statīs | statīs | statīs |
accusatief | statum | statam | statum | statōs | statās | stata |
ablatief | statō | statā | statō | statīs | statīs | statīs |
vocatief | state | stata | statum | statī | statae | stata |
Vergrotende trap (comparatief) (nom. m. enk.): | ||||||
Overtreffende trap (superlatief) (nom. m. enk.): |
- sta·tus
status m
- status, toestand; over dingen, personen of verhoudingen, hoe deze in een bepaalde tijd zijn
- (medisch) status; stand/toestand van de patiënt of het dossier over patiënt in ziekenhuis
- (sociologie) status; aanzien in de maatschappij
- (juridisch) status; toestand met bepaalde rechtsgevolgen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /statʊs/
- sta·tus
- Leenwoord uit het Latijn
- status, toestand; over dingen, personen of verhoudingen, hoe deze in een bepaalde tijd zijn
- (medisch) status; stand/toestand van de patiënt of het dossier over patiënt in ziekenhuis
- (sociologie) status; aanzien in de maatschappij
- (juridisch) status; toestand met bepaalde rechtsgevolgen
- stav monbezield
- stav monbezield, (spreektaal) štatus monbezield
- postavení o, sociální status monbezield
- postavení o
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sociologie in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Internettaal in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 4de verbuiging in het Latijn
- Achtervoegsel -tus in het Latijn
- Deelwoord in het Latijn
- Werkwoordsvorm in het Latijn
- Bijvoeglijk naamwoord in het Latijn
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Medisch in het Slowaaks
- Sociologie in het Slowaaks
- Juridisch in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Medisch in het Tsjechisch
- Sociologie in het Tsjechisch
- Juridisch in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch