[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

meedelen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 9 mei 2020 om 00:04 (top: Leesonderzoek; refs)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • mee·de·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meedelen
deelde mee
meegedeeld
zwak -d volledig

meedelen

  1. ditransitief een feit vertellen
    • Wat ik jullie nog zou meedelen is dat wij morgen niet hoeven te vergaderen. 
    • Wij kregen meegedeeld dat de vergadering niet door ging. 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be