[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

tâter

Uit WikiWoordenboek
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
  • Uit het Oudfrans taster 'bevoelen, op de tast verkennen', ontleend aan het Volkslatijn tastare, tastō (Laat-Latijn taxō 'telkens aanraken').

tâter

  1. bevoelen, aftasten, peilen
  2. (spreektaal) (figuurlijk) zich even bezighouden met, snuffelen aan
    «Il a tâté de la cabane.»
    Hij heeft in de bak gezeten (letterlijk: geproefd van de bak). [1]