vaat
- vaat
- In de betekenis van ‘borden e.d. die afgewassen moeten worden’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaat | |
verkleinwoord | vaatje | vaatjes |
- gedurende de maaltijd gebruikt eetgerei
- Wie niet kookt, doet de vaat.
vervoeging van |
---|
vaten |
vaat
- Het woord vaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vaat" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be