[go: up one dir, main page]

  • vol·was·sen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen volwassen volwassener volwassenst
verbogen (volwassenere) volwassenste
partitief volwassens volwasseners -

volwassen

  1. een leeftijd bereikt hebbend waarop men volgroeid en onafhankelijk kan zijn
    • Jij hebt nog lang geen volwassen kinderen! 
     De Belgische overheid begint dit najaar een nieuwe vaccinatiecampagne tegen COVID-19. Alle volwassen Belgen kunnen als ze dat willen een tweede boosterprik tegen het virus krijgen, hebben de Belgische ministers van Volksgezondheid besloten. Wel zijn eerst de risicogroepen en het zorgpersoneel aan de beurt.[3]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]