twisten
- Geluid: twisten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwɪstə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈtʋɪstə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈtβ̞ɪstə(n)/
- (Limburg): /ˈtwɪstə(n)/
- twis·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
twisten |
twistte |
getwist |
zwak -t | volledig |
twisten
- inergatief onenigheid hebben
- Het scheidende echtpaar twistte openbaar over het lot van hun kinderen, maar tot een publieke veldslag kwam het nooit.
- inergatief een heftige discussie voeren
- Zij twistten over de vraag hoe de bermen in Nederland het best beheerd kunnen worden.
1. onenigheid hebben
2. een discussie voeren
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
te controleren
de twisten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord twist
- Het woord twisten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "twisten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ twisten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be