tsunami
- Geluid: tsunami (hulp, bestand)
- IPA: / tsuˈnami / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /tsuˈnami/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /tsuˈnami/
- tsu·na·mi
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tsunami | tsunami's |
verkleinwoord | tsunamietje | tsunamietjes |
de tsunami m
- een grote vloedgolf door een aardbeving veroorzaakt
- In dat gebied was laatst een grote tsunami.
1. een grote vloedgolf
- Het woord tsunami staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tsunami" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
tsunami
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
tsunami | le tsunami | tsunamis | les tsunamis |
tsunami m
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tsunami | tsunamis |
tsunami m
- tsu·na·mi
tsunami