trompetbloem
- trom·pet·bloem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trompetbloem | trompetbloemen |
verkleinwoord | - | - |
de trompetbloem v
- (plantkunde) Pandorea jasminoides een plant uit de trompetboomfamilie (Bignoniaceae)
- (bloemplanten) een geslacht Campsis van bladverliezende, verhoutende klimplanten die vooral gedijen in subtropische en Mediterrane klimaten . In gematigde streken zijn ze winterhard bij teelt tegen een warme muur. De planten klimmen door middel van slingeren en hechtwortels
- [2] trompetklimmer
- Het woord trompetbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] trompetbloem in het Nederlands Soortenregister N
- [1] trompetbloem op Wikidata