tienvoudig
- Geluid: tienvoudig (hulp, bestand)
- tien·vou·dig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tienvoudig |
verbogen | tienvoudige |
partitief | tienvoudigs |
tienvoudig
- voor de tiende keer
- Hij was tienvoudig schaakkampioen.
- Het woord tienvoudig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.