telegram
- te·le·gram
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘per telegraaf overgebracht bericht’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
- met het voorvoegsel tele- met het achtervoegsel -gram
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telegram | telegrammen |
verkleinwoord | telegrammetje | telegrammetjes |
het telegram o
- (communicatie) een bericht dat middels morsecode via een kabel of via de radio verzonden werd
- Voor het versturen van een telegram kon je bij het postkantoor terecht, maar deze dienst is inmiddels opgeheven.
- brieftelegram, codetelegram, condoleancetelegram, felicitatietelegram, gelukstelegram, kabeltelegram, luxetelegram, radiotelegram, zimmermanntelegram
1.
- Het woord telegram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telegram" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "telegram" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be