werkfruit
- werk·fruit
- samenstelling van werk zn en fruit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkfruit | |
verkleinwoord |
het werkfruit o
- (voeding) (economie) gratis fruit dat bedrijven aan hun personeel geven
- ▸ Elke maandag komt bij Bluekens een auto voorrijden van Fruitje.nu, onderdeel van Groentehandel De Winter in Goes. Zes jaar geleden stapte De Winter in het 'werkfruit'. Inmiddels voorziet Fruitje.nu in Zeeland zo'n honderd bedrijven wekelijks van vers fruit. Ook Noord-Brabant komt eraan, maar aanvragen van verder weg, zoals uit Noord-Holland en Friesland, slaan ze vanwege de afstand af.[1]
- Het woord werkfruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Ondine van der Vleuten“Duizenden bedrijven geven hun personeel gratis fruit” (09-10-18, 14:00), Tubantia