puberteitscrisis
- pu·ber·teits·cri·sis
- samenstelling van puberteit en crisis met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puberteitscrisis | puberteitscrises puberteitscrisissen |
verkleinwoord | - | - |
de puberteitscrisis v
- (psychologie) (medisch) identiteitscrisis tijdens de puberteit
- Het woord puberteitscrisis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.