proces-verbaal
- pro·ces-ver·baal
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ambtshalve opgemaakt verslag’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
- Samenstelling met koppelteken van proces en verbaal (bet. 1), tevens een calque uit het Frans.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | proces-verbaal | processen-verbaal proces-verbalen |
verkleinwoord | - | - |
het proces-verbaal o
- (juridisch) de akte waarmee een overheidsambtenaar verslag uitbrengt over wat hij in de uitoefening van zijn functies heeft verricht
- ▸ De LID kreeg een melding op telefoonnummer 144 en ging erop af. In overleg met het Openbaar Ministerie legde de dienst vervolgens beslag op de dieren en maakte proces-verbaal op tegen de eigenaar.[2]
- (juridisch) bekeuring
- Ik kreeg een proces-verbaal.
1. de akte waarmee een overheidsambtenaar verslag uitbrengt over wat hij in de uitoefening van zijn functies heeft verricht
2. bekeuring
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord proces-verbaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "proces-verbaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Ruim 100 vogels in beslag genomen in Brabant, 'erbarmelijke omstandigheden'” (16 mei 2022), NOS