penismeter
- Geluid: penismeter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpenɪsˌmetər / (4 lettergrepen)
- pe·nis·me·ter
- samenstelling van penis zn en meter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | penismeter | penismeters |
verkleinwoord | - | - |
de penismeter m
- bandje waarmee de omtrek van een piemel in erectie kan worden vastgesteld
- liniaal waarmee de lengte van een piemel in erectie kan worden vastgesteld
- Als ik naast hem sta, trekt hij een bureaulade open en legt een houten liniaal op het bureaublad. "Vannacht op de centrale gemaakt,"" zegt hij. Dan lachend: "Ik was tweede van de vijf."
"Waarmee?" vraag ik.
"Zie je dan niet wat het is?"
"Een liniaal, toch?"
"Een penismeter, man!" [2]
- Als ik naast hem sta, trekt hij een bureaulade open en legt een houten liniaal op het bureaublad. "Vannacht op de centrale gemaakt,"" zegt hij. Dan lachend: "Ik was tweede van de vijf."
- Het woord 'penismeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Rondeltap, D."Hoeveel bloot kan de Nederlandse vrouw aan?" in: NRC Handelsblad jrg. 18 nr. 18 (21 oktober 1987); p. 16 kol. 4; geraadpleegd 2018-12-16
- ↑ Hoeven, S. van derJe ogen verraden je (2011) Nieuw Amsterdam, Amsterdam; ISBN 9789046811511; geraadpleegd 2018-12-16