[go: up one dir, main page]

(heteroniem)

  • sport·ster
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord sportster sportsters
verkleinwoord - -

[A] de sportsterv

  1. (persoon) vrouw die als ontspanning of beroep bezig is met lichamelijke activiteiten die conditie en vaardigheid vereisen en een spel- of wedstrijdelement hebben
     Om te voorkomen dat Saoedi-Arabië zich verschuilt achter het argument dat geen vrouw in het land het niveau voor de Spelen In Londen haalt, zal het IOC vrijwel zeker een Saoedi-Arabische sportster op een wildcard toelaten.[1]
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord sportster sportsterren
verkleinwoord sportsterretje sportsterretjes

[B] de sportsterv / m

  1. (persoon) iemand die door sportprestaties veel aandacht krijgt
     Eenmaal in het bos fantaseert hij dat hij een sportster is: op de soundtrack hoor je dan een stadion juichen.[2]
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 7 november 2024  Weblink bron
    Henk Stouwdam
    “Alleen voor mijn vader ben ik gebleven” (7 juli 2012) op nrc.nl op Wikipedia 
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 november 2024  Weblink bron
    Coen van Zwol
    “In het bos komen helden tot ontluisterend zelfinzicht” (4 juli 2023) op nrc.nl op Wikipedia 
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be