sportfanaat
- Geluid: sportfanaat (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɔrtfɑˌnat / (3 lettergrepen)
- sport·fa·naat
- samenstelling van sport zn en fanaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportfanaat | sportfanaten |
verkleinwoord | - | - |
de sportfanaat m
- iemand die heel veel doet aan lichaamsbeweging
- Hun bestemming is Arnemuiden. Van daaruit zullen ze op de meegenomen racefietsen teruggaan naar Delft – Freedman is behalve een briljant wiskundige ook een rusteloze sportfanaat. [1]
- iemand die met grote aandacht en betrokkenheid sportwedstrijden volgt
- Sinds badminton in 1992 een olympische sport werd, heeft Indonesië altijd een gouden medaille behaald. Sportfanaten zien graag dat die gouden traditie wordt voortgezet. [2]
- Het woord sportfanaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jansen, G.Microsofts nieuwe magiër (15 november 2014) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-11-05
- ↑ Schouten, E.Indonesiërs zijn geen geboren topsporters (23 juli 2012) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-11-05