sportblessure
- sport·bles·su·re
- samenstelling van sport zn en blessure zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportblessure | sportblessures sportblessuren |
verkleinwoord | sportblessuretje | sportblessuretjes |
de sportblessure v
- Het woord sportblessure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.