[go: up one dir, main page]

 
Spiegelschaal
  • spie·gel·schaal
enkelvoud meervoud
naamwoord spiegelschaal spiegelschalen
verkleinwoord spiegelschaaltje spiegelschaaltjes

de spiegelschaalv / m

  1. spiegel die in een schaalverdeling achter de wijzer van een meetinstrument is aangebracht. Men leest de verdeling loodrecht af wanneer de wijzer precies boven zijn spiegelbeeld zit