[go: up one dir, main page]

  • na·me

name

  1. datief mannelijk  van naam, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
82 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
name names

name

  1. naam
vervoeging
onbepaalde wijs to  name 
he/she/it  names 
verleden tijd  named 
voltooid
deelwoord
 named 
onvoltooid
deelwoord
 naming 
gebiedende wijs  name 

name

  1. noemen



enkelvoud meervoud
nominatief   name     nameler  
genitief   namenin     namelerin  
datief   nameye     namelere  
accusatief   nameyi     nameleri  
locatief   namede     namelerde  
ablatief   nameden     namelerden  

name

  1. (verouderd) brief