mist
Niet te verwarren met: Mist |
- mist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mist | misten |
verkleinwoord | - | - |
de mist m
- (meteorologie) laaghangende bewolking die het zicht belemmert
- Loopt het zicht verder terug dan 1 km, dan spreekt men van mist.
1. laaghangende bewolking die het zicht belemmert
vervoeging van |
---|
missen |
mist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van missen
- Jij mist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van missen
- Hij mist.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van missen
- Mist!
vervoeging van |
---|
misten |
mist
- onpersoonlijke tegenwoordige tijd van misten
vervoeging van |
---|
misten |
mist
mist
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van mis
- Het woord mist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mist" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mist" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- mist
Naar frequentie | 4497 |
---|
mist
- voltooid deelwoord van misse
mist
- verouderde spelling of vorm van miss tot 2005
- mist
mist
- voltooid deelwoord van missa
mist
- voltooid deelwoord van misse
mist
- voltooid deelwoord van mista
mist
- gebiedende wijs van mista
mist
- voltooid deelwoord van miste
mist
- gebiedende wijs van miste