leefloon
- leef·loon
- samenstelling van leef ww en loon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefloon | leeflonen |
verkleinwoord |
het leefloon o
- uitkering die iemand krijgt die geen ander inkomen of bezit heeft
- Het woord leefloon - dat inmiddels volledig in de Vlaamse politiek is ingeburgerd - dankt zijn bestaan aan een prijsvraag, en dat is in de Nederlandse taalgeschiedenis heel uitzonderlijk. (Ewoud Sanders NRC 22 december 2001)
- Het woord leefloon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leefloon" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be