levensjaar
- Geluid: levensjaar (hulp, bestand)
- le·vens·jaar
- samenstelling van leven en jaar met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensjaar | levensjaren |
verkleinwoord | levensjaartje | levensjaartjes |
het levensjaar o
- (medisch) het aantal jaren dat men leeft, of nog te leven heeft
- In zijn 10de levensjaar kreeg hij kanker.
- Met deze therapie kun je per patiënt gemiddeld 3 levensjaar winnen.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord levensjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.