laminaat
- la·mi·naat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laminaat | laminaten |
verkleinwoord | laminaatje | laminaatjes |
het laminaat o
- uit laagjes opgebouwd materiaal m.n. gebruikt als vloerbedekking
- De romp is degelijk vervaardigd van zeven lagen polyester, met honingraat karton als tussenlaag. De trailerbare Speedster weegt vaarklaar slechts 675 kilo. De buitenste laag is van vinylester, dat het laminaat beschermt tegen indringend vocht.[1]
- „Een muis kruipt door een gaatje zo groot als een pen. Een broodkruimel tussen het laminaat ruiken ze al. Het kan nog zo schoon zijn, maar bijna elke horecagelegenheid kent het probleem wel.”[2]
1.
- Het woord laminaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laminaat" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Telegraaf EPCO ONGERING 03 feb. 2018 Vintage cabrio
- ↑ de Telegraaf 31 jan. 2018 Spoedoverleg Markthal door muizenplaag
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be