[go: up one dir, main page]

osel m

  1. (onevenhoevigen) ezel


  • IPA: /oːzəl/, /oːzlə/
  • Afgeleid van het Angelsaksische ōsle

osel

  1. (zangvogels) merel


  • osel
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *osьlъ

osel mbezield

  1. (onevenhoevigen) ezel
  2. (scheldwoord) ezel; domkop



  • osel hýká / osel zahýká – de ezel balkt

osel

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord osít
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord osít