herfstpunt
- Geluid: herfstpunt (hulp, bestand)
- herfst·punt
- samenstelling van herfst en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herfstpunt | herfstpunten |
verkleinwoord | - | - |
het herfstpunt o
- (astronomie)het moment dat de zon het denkbeeldige vlak van de evenaar in zuidelijke richting passeert
- Het herfstpunt valt jaarlijks zo rond 22 december, de dagen en nachten duren dan evenlang.
- nachtevening, evenaar, equinox, solstitium, keerkring, Kreeftskeerkring, Steenbokskeerkring, breedtegraad, lentepunt, zomerpunt, winterpunt, declinatie, midwinter, midzomer
1. evenaarpassage van de zon richting zuid
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord herfstpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.