[go: up one dir, main page]

  • herfst·draad
enkelvoud meervoud
naamwoord herfstdraad herfstdraden
verkleinwoord

de herfstdraadm

  1. een zeer dunne draad spinrag
     'Met gedempte stem ging hij door, hij trachtte Dorrius te omwikkelen met het spinrag van zijn gelispel, hem aan een herfstdraad naar zich toe te trekken: 'Onyx en gitten, zuivere karmozijn en omber, maar nu ook de kleur van de geest, de verschijning van de leegte, de negativiteit.[3]
     Het boek dat onbetwist het hart zal vormen van deze kast wil ik hierbij nog maar eens aanbevelen. Niet alleen de titel ”De eindigheid der dagen” is donker en herfstig, ook de hoofdpersoon zelf is het, een sombere lekenprediker uit de 19e eeuw die klungelig lange praatzinnen opschrijft zonder interpunctie die je tweemaal moet lezen en nog begrijp je ze niet ze zijn lang en plakkerig als herfstdraden ze laten je niet los. Zoiets dus.[4]
  1. herfstdraad op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Gewassen vlees” op Wikipedia  (2014), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia , ISBN 9789021436173
  4. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022  Weblink bron
    Christine Stam
    “Christine Stam: Boeken gesorteerd op seizoen” (20 november 2010), Reformatorisch Dagblad