kimblad
- kim·blad
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kimblad | kimbladen |
| verkleinwoord | - | - |
het kimblad o
- (techniek) (boekbinden) enkel blad dat met een omgevouwen strook aan de zijkant in een katern is meegenaaid
- De resterende kim had om het dubbelblad f. 123-124 gelegd moeten worden, maar dat is abusievelijk niet gedaan. Daardoor is het kimblad aanvankelijk niet meegenaaid. [2]
- Het woord 'kimblad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Gnirrep, W.K. e.a.Kneep en bindingg : een terminologie voor de beschrijving van de constructies van oude boekbanden (1992) Koninklijke Bibliotheek, Den Haag; ISBN 9062590969; p. 27; geraadpleegd 2017-01-03
- ↑ Mulder, H."Het zusterboek van het Lamme van Diesehuis te Deventer. Een verloren gewaand handschrift teruggevonden" in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. jrg. 16 nr. 2 (2009) Uitgeverij Verloren, Hilversum; p. 121 n. 48; geraadpleegd 2017-01-03